Joke nam het woord. ‘Collega’s dit is een bijzonder moment. Voor het eerst sinds lange tijd hebben we weer eens tijd om over onze strategie te praten. Een bijzonder welkom aan Bram. We zijn erg blij dat je met ons mee wilt doen en de maatschap komt versterken.’
Daarna nam Wouter het woord.
‘Zoals Joke al zei. Gaan we vandaag aan de slag met de strategie van de maatschap. Dat is hard werken. Want het is jullie strategie. Niet die van mij. Gelukkig zijn er een aantal hulpmiddelen om jullie te helpen die strategie duidelijk te krijgen. Het eerste wat ik aan jullie wil vragen is om in kaart te brengen met welke ontwikkelingen jullie de komende jaren rekening moeten houden. Ik stel voor dat we daar tien minuten vooruit trekken.’
Bram, Joke en Yasin pakten hun iPad en maakten daarop hun notities. Daan en Karel kozen nog voor het papier. Na tien minuten vroeg Wouter aan wie het woord mocht geven. Bram reageerde direct.
‘Volgens mij krijgen we te maken met steeds verdere digitalisering van de Belastingdienst. Ze weten steeds meer van ondernemers en zullen dan ook steeds meer aangiften vooraf invullen. Het zal mij niet verbazen als we over vijf tot tien jaar ook te maken krijgen met de vooraf ingevulde aangifte omzetbelasting.’
‘Mag ik daarop iets zeggen,’ reageerde Daan.
‘Nu geen discussie. Eerst wil ik horen wat iedereen heeft opgeschreven. Daarna mag je op elkaar reageren. Wie volgt.’
Karel nam het woord.
‘Als ik naar onze MKB-praktijk kijk dan zie ik dat we met steeds minder mensen, steeds meer werk verzetten. De belangrijkste reden daarvoor is de alsmaar doorgaande automatisering. Een paar jaar geleden dacht ik nog dat de voordelen van de ICT-ontwikkelingen op een gegeven moment wel uitgewerkt zouden zijn. Maar nu denk ik dat dit nog lang niet het geval is en weet ik ook niet waar het eindigt. Wel verwacht ik dat we steeds meer behoefte zullen krijgen aan mensen die over uitstekende communicatieve vaardigheden beschikken.’
Het gaat lekker dacht Wouter. Een heel andere sessie dan een aantal jaren geleden toen Schuimstra het nog voor het zeggen had. Je kon merken dat een jongere generatie het nu voor het zeggen had. Joke gaf aan dat ze wat wilde inbrengen.
‘Ik vraag me af of we op langere termijn wel zelfstandig kunnen blijven. De ontwikkelingen gaan zo hard. Zijn we wel in staat om die allemaal te volgen? Hebben we het geld wel om alle noodzakelijke investeringen te financieren? Blijven we interessant voor ons huidige en toekomstige personeel? Ik weet het niet. Daar komt bij dat ik er voor mezelf ook nog niet uit ben, hoeveel jaar ik deze club nog wil voorzitten. Begrijp me goed. Ik doe het nu met plezier. Maar ik weet niet hoelang ik het nog volhoud.’
Wouter bedankte Joke en gaf Daan het woord.
‘Ik zit er toch iets anders in. Volgens mij valt het wel mee met die digitalisering. Als ik kijk hoe de Belastingdienst nu opereert dan denk ik dat het nog heel lang duurt voordat ze hun zaken op orde hebben. Daar komt bij dat de wetgever ook niet stil zit. Ze maken zulke slechte wetten, dat we alleen daardoor al voldoende werk zullen hebben. Voor mezelf maak ik me in ieder geval geen zorgen en ik denk dat we dit als maatschap ook niet moeten doen. We zijn sterk genoeg om zelfstandig door te gaan.’
‘En jij Yasin, wat vind jij?’ vroeg Wouter.
‘Ik denk dat we serieus na moeten gaan denken over de vraag of we nog wel door willen met onze controlepraktijk? We moeten bijvoorbeeld nog aan de slag met het 53 puntenplan en ik zou niet weten waar wij die tijd vandaan moeten halen om die te implementeren. Ook vraag ik me af of we die controlepraktijk ooit rendabel krijgen? Misschien moeten we met anderen gaan samenwerken. Dat zou ook een oplossing kunnen zijn. Daarnaast denk ik dat we met elkaar continu de impact van de ICT-ontwikkelingen onderschatten. Zelf volg ik al een tijdje de ontwikkelingen rondom blockchain en als dat echt doorzet dan kunnen we ons kantoor hier wel opdoeken. Dan moeten we allemaal op zoek naar een andere baan.’
Daarna volgde een discussie. Daan vroeg zich af of zijn collega’s het allemaal niet te zwartgallig inzagen. Joke gaf aan dat ze het lastig vond om al die ICT-ontwikkelingen te duiden. Maar Bram, Yasin en Karel bleven van mening dat de toekomst van het kantoor vooral zou worden bepaald door de snelheid waarmee bepaalde ICT-ontwikkelingen zouden doorbreken. Dat zou hoe dan ook de komende jaren de strategische agenda van de maatschap bepalen.
Geef een reactie