Het simpele feit dat accountants gehouden zijn aan verifieerbare en toetsbare regels is voor de banken van groot belang om te kunnen vertrouwen op SBR-kredietrapportages die door accountants zijn ondertekend. Er liggen hier nog uitdagingen voor accountants, maar ook voor softwareleveranciers.
De tijd begint te dringen. Met ingang van 2017 willen de banken kredietrapportages ontvangen die zijn opgesteld in SBR. Dus geen pdf’s of Excelsheets met data, maar gestandaardiseerde en volgens de bankentaxonomie gerubriceerde informatie. Eerder deze maand kwam het Financiële Rapportages Coöperatief (FRC) al met het EHBA-initiatief. Eerste Hulp Bij Aansluiten, oftewel: lopen kleinere kantoren tegen problemen of vragen aan bij het inrichten van hun SBR-kredietrapportage, dan steekt het FRC een helpende hand uit. Belangrijke rol is dan weer weggelegd voor wat de banken willen weten. Reden voor Accountancy Vanmorgen om te spreken met Paul Staal, manager taxonomie bij het FRC.
Waar staan we met de kredietrapportage in SBR?
‘Een kredietrapportage is een bericht dat gegevens over een klant bevat, gebaseerd op de bankentaxonomie. De focus voor komend jaar ligt op het verder op gang brengen van de berichtenstroom van micro-ondernemingen en het MKB. De bankentaxonomie bestaat uit een bredere dataset dan die bij een jaarrekening. Wij (de banken, FH) vragen ook meer uit dan wat er sec in een jaarrekening wordt gevraagd. Dat komt voort uit de kern van het bankwezen: wij maken een risico-inschatting die niet alleen gebaseerd is op de balans. Zo willen we bijvoorbeeld de stand van debiteuren weten. Zo’n gegeven komt niet standaard voor in boekhoudsoftware.
De accountant is gewend om een rapportage te maken in het kader van Titel 2 BW, een jaarrekening, of de fiscalist een rapportage voor de Belastingdienst of de KvK. Daarin wordt dan niet gevraagd naar de stand van de debiteuren, waar de leningen lopen of welke leasecontracten een onderneming heeft. Er wordt gevraagd naar totalen, niet naar de onderliggende data. Voor een goede bepaling van het risico zijn dit wel belangrijke drivers.
Accountants kunnen veel doen om ondernemers te helpen hun risicoprofiel te verlagen. Wij weten dat in de top 25% van het MKB, mensen heel goed bezig zijn met hun onderneming. Het management weet waar ze staan. Zij sturen hun bedrijf als een controller, hebben hun eigen KPI’s waarop ze sturen en dat kun je heel goed met SBR faciliteren.
Er is ook een groep van ondernemers die niet zo werken. Die zijn met hun vak bezig en veel minder met financiële ratio’s. Typisch is dat deze ondernemers soms te laat zijn met goedkoop inkopen, hun debiteurenadministratie niet goed op orde hebben, etc. Ze zijn niet genoeg bezig met de financiële positie van hun bedrijf. Daar ligt een advieskans voor accountants. Qua informatie richt zich dat niet op de KvK-elementen, maar wel op: weet ik wat ik betaal, wat is de stand van mijn bankrekening? Om op dit laatste in te gaan: bij een particulier is rood staan misschien wel normaal, maar wanneer een zakelijke rekening rood staat, gaan bij de bank alle alarmbellen af. Roodstand is een risicodriver bij het dagelijks beheer van een klant door banken. Daar hebben ondernemers en accountants vaak geen weet van. Hoe vaak een onderneming rood staat, is een belangrijke indicator voor een faillissement. Dat is iets waar een bank scherp op let en waar een accountant – zeker wanneer zijn klant meerdere bankrekeningen heeft – ook bovenop zou moeten zitten. Wat mij opvalt, is dat sommige accountants dat onvoldoende doen. Met behulp van de bankentaxonomie stimuleren we dan ook de bewustwording hierin. Voor wie het nog niet helemaal scherp heeft: de bankentaxonomie is een soort woordenboek waarin de termen staan voor de ‘rapportagetaal’ die de banken en accountantsorganisaties met elkaar hebben afgesproken. Alle partijen geven hier dezelfde betekenis aan. Deze gemeenschappelijke taal maakt het mogelijk om gegevens digitaal uit te wisselen. Oók als de zender en ontvanger met verschillende softwarepakketten werken. Enige voorwaarde is dat de software ‘SBR-enabled’ moet zijn.
SBR gaat ervan uit dat gegevens beschikbaar zijn in de basisadministratie. Op transactieniveau bouw je je data op. Noem dat voor het gemak ‘de ballenbak’. Uit die ballenbak pak je wat nodig is voor de opbouw van een rapportage: of deze bestemd is voor de KvK, de Belastingdienst, het CBS of de banken. De structurele inrichting van die ballenbak is bij de gemiddelde accountant niet altijd goed opgebouwd en geregeld. Accountants werken vaak met subadministraties, administraties die deels nog op papier worden gevoerd en in spreadsheets zijn verstopt. Het is niet nog niet als een soort datawarehouse ingericht.’
Dat kan wel?
‘Ja, naarmate we met elkaar meer taxonomieën ontwikkelen en meer met SBR doen, kan de gemiddelde kostprijs van rapportages omlaag. Bijvoorbeeld: de vastgoedgegevens die je opneemt in de jaarrekening zouden kunnen worden aangeleverd door klanten en taxateurs met een vastgoedtaxonomie in plaats van een pdf. Een ander voorbeeld: we vragen nu leasecontracten uit. Dat staat nu nog voor een groot deel in allerlei documenten en spreadsheets. Als ik een leasetaxonomie zou hebben, dan kan de leasemaatschappij de gegevens in SBR aan de accountant aanleveren en is er geen enkel probleem meer omdat je de gegevens dan zo uploadt.’
Wat kunnen zo’n netwerkstructuur en verschillende taxonomieën bieden?
‘Een leasecontract gaat over termijnen en bedragen. Dat is voor de accountant nu ook al een administratieve last om uit te zoeken. Hij krijgt die gegevens nu ook, maar niet in SBR. Een leasetaxonomie is een voorbeeld van een deeltaxonomie die bijdraagt aan meer inzicht. De bank wil het weten, en de accountant heeft zo ook een beter en eenvoudiger toegankelijk inzicht in details, zoals de loopduur en de aard van de verplichting. Banken willen graag op contractniveau leaseinformatie. Als die handmatig ingevoerd moet worden, is dat heel veel werk. Als gegevens vanuit verschillende partijen in SBR worden aangeleverd, ontstaat er – wat ik noem – een netwerkstructuur. Als we dat gezamenlijk voor elkaar krijgen, win je heel veel.
Ik noemde net de vastgoedtaxonomie. De alfaversie daarvan komt uit op 14 november a.s. Wanneer je vastgoeddata geautomatiseerd van de taxateur in SBR aangeleverd krijgt, kun je op een andere, eenvoudiger manier met deze data omgaan.
De overheid heeft 1000 ketens geïdentificeerd waarin SBR van toegevoegde waarde is. Wat we tot nu toe gedaan hebben met SBR is nog maar een klein deel. Wanneer een keten gebruikmaakt van SBR-toepassingen, kun je SBR gebruiken voor veel meer onderdelen van je rapportages. Een PDF is erg inefficiënt, moet worden ingelezen, ingeklopt, geverifieerd, enz. Alle informatie die een accountant aanlevert, gaan we dan op verschillende plekken overtikken met alle foutkansen van dien. Het betekent dat een klant een slechtere rating krijgt, wij de klant een minder goed product bieden en dat we te veel kapitaal aanhouden. Dat is allemaal ongewenst. Bij elk bericht dat via SBR binnenkomt, heb je al onmiddellijk een hogere datakwaliteit. Nu doet een accountant een audit om een gevoel van in control te krijgen. Daarbij accepteer je dat er fouten in zitten, want je neemt een steekproef. Je zegt iets met 95% zekerheid. En dan komt ook de vraag: ben je in control over niet-digitale processen? Hoe heb je dat geregeld? SBR haalt een deel van die vragen en onzekerheid weg. Hoe meer data, hoe beter het inzicht dat je hebt.’
Wat is hierin de toegevoegde waarde van de accountant?
‘Waarom willen we in een steeds verder geautomatiseerde wereld dat een accountant betrokken blijft bij het opstellen van rapportages? De belangrijkste toegevoegde waarde van de accountant is voor ons als bankiers de VGBA. De moraliteit waarmee de accountant in de wereld staat. Daar zijn de verklaringen die hij afgeeft van afgeleid. Dat is voor ons het allerbelangrijkste deel. De trusted advisor; wij hechten aan die rol van de accountant. Een rol waarin de verklaringen zijn afgeleid van het morele kompas van de accountant. Wij willen bij uitstek dat de accountant dat doet.’
FH
Geef een reactie