Een RA die zich mengde in een conflictsituatie tussen een administratie- en belastingkantoorhouder en haar klant, schreef voor die bewuste klant een ‘rapport van feitelijke bevindingen’. De RA ging echter voorbij aan het persoonsgerichte karakter van zijn rapportage en daar moest hij voor boeten met een berisping.
Het administratie- en belastingkantoorhouder verzorgde de administratie van twee B.V.’s. Toen er in 2012 onenigheid ontstond over de betaling van de werkzaamheden, werd de overeenkomst ontbonden en besloot het kantoor retentierecht uit te oefenen op de financiële gegevens van beide B.V.’s en de door haar verwerkte (deel)-administraties. De vordering van het openstaande bedrag werd uit handen gegeven aan een advocaat.
Klacht
De RA mengde zich in de conflictsituatie en schreef een ‘rapport van feitelijke bevindingen’ inzake de financiële administraties van de B.V.’s. Volgens de administratie- en belastingkantoorhouder bevatte het rapport echter talrijke conclusies zonder deugdelijke grondslag.
De Accountantskamer is van oordeel dat conclusies in een rapport van een accountant van deugdelijke grondslag dienen te zijn voorzien, vooral wanneer dit rapport bedoeld is ter ondersteuning van een partijstandpunt in een gerechtelijke procedure.
Oordeel: gegrond
Aangezien de RA in dit geval voorbij ging aan het persoonsgerichte karakter van zijn rapportage, acht de Accountantkamer die deugdelijke grondslag onmogelijk te bewerkstelligen zonder het toepassen van hoor en wederhoor. Bij het ontbreken van deugdelijke grondslag, is de klacht gegrond. Betrokkene lijkt in zijn formuleringen bedoeld te hebben een bepaalde mate van assurance te verstrekken, hetgeen niet past in de rapportage. Hij krijgt daarvoor een berisping.
Geef een reactie