Een informatiebeschikking mag door de Belastingdienst niet gebruikt worden als manier om de beslissingstermijn te rekken. Dat oordeelt Rechtbank Gelderland.
De rechtbank besliste dat naar aanleiding van een beroepsprocedure van een BV om van de Belastingdienst een dwangsom toegekend te krijgen. De vennootschap stelde dat de inspecteur niet tijdig had beslist op haar bezwaarschrift. De inspecteur ontkende dit en wees erop dat hij de BV een informatiebeschikking had opgelegd. Hij vond dat hij niet was gehouden te beslissen op het bezwaarschrift zo lang de bezwaarprocedure tegen de informatiebeschikking nog liep.
Niet onredelijk laat
De rechtbank was het niet eens met de stelling van de Belastingdienst. De termijn waarbinnen op een bezwaarschrift in belastingzaken moet worden beslist is 12 maanden, en het beroep van de belastingplichtige mag niet onredelijk laat beoordeeld worden. IN het geval waar het om ging was de termijn om op het bezwaarschrift te beslissen al verlopen voordat de informatiebeschikking was opgelegd. De informatiebeschikking had niet als effect dat een verlenging van de beslistermijn plaatsvond. De rechtbank verklaarde het beroep van de BV gegrond, zodat de fiscus een dwangsom aan de B.V. moest betalen.
Geef een reactie