Europese banken hebben nog veel te doen voor ze klaar zijn voor de invoering van nieuwe boekhoudregels onder de naam IFRS 9. Ze hebben moeite met het vinden van benodigde data en het vrijmaken van voldoende capaciteit om de regels intern in te voeren.
Dat blijkt uit onderzoek van toezichthouders DNB en de Europese Centrale Bank (ECB) onder twintig kleine en middelgrote Europese banken. Verreweg de meeste banken rapporteren conform IFRS en worden geconfronteerd met de gevolgen van de nieuwe accountingstandaard IFRS 9. Deze gaat in per 1 januari 2018 en vervangt de standaard IAS 39.
Uitstaande kredieten
IFRS 9 heeft voor veel banken naast een kwantitatieve impact ook een operationele impact. Banken moeten onder meer de processen, de onderliggende data en de modellen die zij gebruiken voor de berekening van ‘expected credit losses’ aanpassen. Voortaan zal daar jaarlijks op moeten worden afgeschreven, ook bij kredieten van klanten met een keurige betalingsmoraal. Het idee is dat banken op deze manier in economisch goede tijden ook voorzieningen opbouwen.
Vervolgstudie
De banken hebben nog een paar maanden om de boel op orde te krijgen: de deadline om IFRS 9 in te voeren is 1 januari 2018. Elf van de twintig onderzochte banken zijn pas in de ontwerpfase, terwijl ze nog vier maanden tijd hebben. De resultaten zijn aanleiding om een vervolgstudie te doen naar een aantal kleine en middelgrote banken in Europa. Ook een aantal Nederlandse banken zal worden onderzocht.
Geef een reactie