De bij EY werkzame controlerend accountant van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie staat vrijdag voor de tuchtrechter. Hem wordt verweten dat hij de jaarrekeningen goedkeurde van zowel de koper van De Facultatieve, als de verkoper en de verkochte partij.
De Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) van Pieter Lakeman SOBI vroeg aan de EY-accountant die de jaarrekeningen van de Koninklijke Vereniging voor Crematie De Facultatieve controleerde om zijn goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2012 in te trekken en diende een tuchtklacht in. De handelwijze van de accountant is bij EY ook intern onderzocht. EY heeft verder een incidentmelding gedaan bij de AFM.
Te goedkoop
De zaak kwam aan het rollen door publicaties op het platform voor onderzoeksjournalistiek Follow The Money en leidde tot het aftreden van VVD-voorzitter Henry Keizer. Ook de accountant kwam onder vuur te liggen, omdat hij in 2012 zijn handtekening zette onder zowel de jaarrekening van het bedrijf van de kopende partij als de verkopende partij én van de verkochte partij. Volgens Lakeman had de accountant uit de financiële transactiegegevens overduidelijk kunnen opmaken dat de uitvaartorganisatie voor een veel te laag bedrag aan de nieuwe eigenaar werd verkocht.
‘Onware verklaringen’
Volgens Lakeman zijn door de EY-accountant in de Facultatieve-affaire ‘onware verklaringen’ bij twee door EY goedgekeurde jaarrekeningen afgelegd. Lakeman stelt in de tuchtklacht tegen de accountant dat VVD-voorzitter Henry Keizer c.s. het eigen vermogen van de verkochte Facultatieve-onderneming en ook dat van de kopende onderneming veel te laag heeft vastgesteld. Daardoor werd aan de opvallend lage verkoopprijs ‘een schijn van redelijkheid’ gegeven.
Beschadigd
De accountant die nu voor de tuchtrechter stond ontkende eerder al dat hij een ‘rol heeft gespeeld’ bij het tot stand brengen van de transactie. Die was een ‘voldongen feit’ toen hij ervan hoorde. De raadsman van de EY-accountant meldde later dat zijn cliënt zich ‘publiekelijk beschadigd’ voelt. ‘Ten aanzien van de verslaggeving is in de media intussen met name sprake van suggestie, niet van feiten’, aldus de raadsman. Naar de mening van de advocaat was Lakeman tot andere conclusies gekomen als hij de jaarrekeningen beter had bestudeerd.
Het vonnis wordt verwacht over krap vier maanden.
Geef een antwoord