De Nederlandsche Bank (DNB) legt de circa dertig middelgrote en kleine banken in Nederland hoge kapitaaleisen op en beoordeelt ze, ongeacht hun omvang, even vaak en zorgvuldig. Dit constateert de Algemene Rekenkamer na een onderzoek naar het toezicht op banken in Nederland.
Het onderzoek laat zien dat DNB, de lessen van de kredietcrisis indachtig, het toezicht streng en intensief heeft ingericht, naar het toezichtmodel van de Europese Centrale Bank (ECB) die over de zes grote Nederlandse banken waakt. Sinds 2014 vallen de grote banken in de eurozone onder het toezicht van de ECB. In Nederland zijn dat ABN AMRO, Bank Nederlandse Gemeenten, ING, Nederlandse Waterschapsbank, Rabobank en Volksbank.
Nationale toezichthouders
Kleinere en middelgrote banken staan nog onder controle van de nationale toezichthouders, waarbij de eindverantwoordelijkheid bij de ECB ligt. In Nederland zijn dat circa dertig banken, zoals bijvoorbeeld de middelgrote Van Lanschot Bankiers, NBIC, en Triodos Bank en de kleine banken als ASR Bank, met een gezamenlijk balanstotaal van €300 miljard. Het toezicht op grote banken als ING ligt in Frankfurt, bij de Europese Centrale Bank.
Hogere kapitaaleis
De Rekenkamer constateert dat DNB een moeilijke taak in principe goed uitvoert, terwijl regels complexer worden en steeds weer veranderen. ‘Het contact met de instellingen onder toezicht is intensief en DNB is streng’, aldus president Arno Visser van de Algemene Rekenkamer. De Nederlandse toezichthouder legt banken namelijk een substantieel hogere kapitaaleis op dan volgens Europese regels moet. En tot voor kort moesten banken dit ook nog eens aanvullen met eigen vermogen, de duurste vorm van kapitaal.
Geef een reactie