Nauwelijks investeren, geen debiteurenrisico, geen marketing bedrijven, laag tarief? Ben je dan nog ondernemer? Een zzp’er die in 2014 bijna uitsluitend voor één opdrachtgever in touw was, is volgens het Gerechtshof Den Haag toch een ondernemer voor de belasting. En krijgt dus ook de bijbehorende fiscale voordelen.
De zelfstandige wiens ondernemerschap door de inspecteur werd betwist, was werkzaam als zelfstandig paprikadraaier en -topper in de paprikateelt. Hij had zich in 2011 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als agrarisch loonbedrijf en beschikte voor het jaar 2014 over een VAR-wuo, wist hij de inspecteur niet te overtuigen van zijn ondernemerschap. Hij had in 2014 vier verschillende opdrachtgevers. Maar voor zijn omzet was hij voor maar liefst 90% afhankelijk van één van die vier. Drie opdrachtgevers is toch wel het minste, vond de inspecteur en met hem de Rechtbank Den Haag. En het feit dat de ondernemer niet investeert in zijn bedrijf en niet aan marketing doet voor zijn bedrijf, wees volgens de fiscus ook al niet op ondernemerschap. Hij bracht verder een laag tarief in rekening en werkte soms bijna een jaar op locatie bij dezelfde opdrachtgever.
Immateriële of materiële activa
Het hof wijst erop dat onder een onderneming mede moet worden verstaan een zelfstandig uitgeoefend beroep (artikel 3.5 Wet IB 2001). Volgens het hof kan iemand ook ondernemer zijn zonder dat er is geïnvesteerd in immateriële of materiële activa. Het hof verwijst hiervoor naar een arrest van de Hoge Raad uit 1992 waarin is geoordeeld dat een zelfstandig beroep ook kan worden uitgeoefend zonder investering in immateriële of materiële activa.
Opdrachten weigeren
Het Haagse hof vond dat de tuinbouwer voldoende zelfstandig is ten opzichte van de opdrachtgever. Hij mocht zelf bepalen hoe vaak hij werkte, kon opdrachten weigeren, en met vakantie gaan als hij wilde. En al deed hij geen grote investeringen, zijn mobiel, computer, mes en veiligheidsschoenen konden wel als zodanig gezien worden. Klanten werven met reclame was niet nodig, omdat de zzp’er had al genoeg werk had om fulltime te werken.
Feitelijke kenmerken
Ook het argument dat de man geen debiteurenrisico liep, snijdt volgens het hof geen hout. Niet van belang is of dit risico zich daadwerkelijk heeft gemanifesteerd, maar of een dergelijk risico voor rekening van de man komt of niet. Volgens het hof waren er voldoende feitelijke kenmerken van een zelfstandig uitgeoefend beroep aanwezig, waaronder het risico van aansprakelijkstelling bij schade of wanprestatie, vervanging bij ziekte of vakantie.
Geef een reactie