De accountancysector moet haast maken met het ingezette veranderproces, dat bovendien met meer diepgang moet worden uitgevoerd. Dat zijn de kernconclusies van de Monitoring Commissie Accountancy, die haar tweede rapport de titel ‘Doorpakken!’ heeft gegeven. Bij niet-OOB vergunninghouders ziet de commissie nog helemaal geen gestructureerde veranderaanpak.
Niet alleen gaan veranderingen te traag, ook is het zelfbeeld van de sector naar de mening van de commissie optimistisch. Het veranderproces is niet adequaat ingericht en de complexiteit wordt onderschat. Verder krijgen dieperliggende oorzaken, waaronder de ‘wicked problems’, onvoldoende aandacht, luidt het wederom snoeiharde oordeel van de commissie, die in 2015 is ingesteld, met het doel de geloofwaardigheid en het gezag van de accountancysector te helpen herstellen. Zo worden het huidige verdienmodel en het partnermodel genoemd als onderwerpen die fundamentele verbetering in de weg staan. En fraude wordt nog niet serieus genoeg genomen.
Flink gas geven
De accountancysector is in 2014 begonnen aan een ingrijpend veranderproces maar moet flink gas geven om binnen redelijke termijn zelf nog te kunnen komen tot de noodzakelijke structurele kwaliteitsverhoging, de daadwerkelijke cultuur- en gedragsverandering en een toekomstbestendig vertrouwensherstel. ‘Duurzame oplossingen vereisen meer leiderschap, meer ambitie en de durf om meer zelfkritisch te zijn. Dat is tevens nodig om de grote (“wicked”) problemen echt aan te pakken, ook indien de organisatorische, financiële en persoonlijke gevolgen ingrijpend zijn. De sector loopt anders het risico om de regie over het eigen veranderproces te verliezen’, waarschuwt de commissie.
Afstand nemen
‘Majeure veranderprocessen vergen specifieke vaardigheden en deskundigheid om dat proces te kunnen dragen. Belangrijke vaardigheden zijn daarbij bijvoorbeeld “afstand nemen” en “buiten bestaande kaders” kunnen treden. Binnen de sector en accountantsorganisaties is hiervan slechts in beperkte mate sprake. Bovendien ontbreekt bij niet-OOB vergunninghouders nagenoeg altijd een duidelijke en gestructureerde veranderaanpak. De meeste OOB-vergunninghouders beschikken wel over een veranderaanpak, echter deze is veelal klassiek en technocratisch van aard. Basisbeginselen uit de veranderkunde worden niet of in onvoldoende mate gevolgd. De zogeheten verandercapaciteit is net als het verandertempo relatief laag’, stelt de commissie in het rapport.
Big4 lopen voorop
Het Big4-segment loopt duidelijk voorop als het gaat om het totale veranderproces, de veranderbereidheid en verandercapaciteit. ‘De rest van de sector volgt op een afstand die – enkele uitschieters ten positieve en negatieve daargelaten – groter wordt naarmate de accountantsorganisaties kleiner worden. Echter, enkele commissarissen van Big4-organisaties gaven aan dat de ervaring van hun bestuurders met ingrijpende veranderprocessen niet groot en een hele uitdaging is. Bovendien gaven zij aan dat de complexiteit van de
veranderingen lang is onderschat’, constateert de MCA. Maar al met al toont vrijwel de gehele sector door een gebrek aan afdoende verandercapaciteit, een ‘klassieke veranderaanpak’ die is gebaseerd op ‘tijdelijke interventiesystemen’, zoals stuur-, werk- en projectgroepen en externe adviseurs. ‘Dit gevoegd bij ‘verandermanagers’ maakt dat het veranderproces geïsoleerd kan raken van de rest van de organisatie en vooral technocratisch en gericht op compliance wordt aangepakt. Daarbij wordt opgemerkt dat niet zelden functionarissen bij het veranderproces zijn betrokken, die beleidsmatig verantwoordelijk waren voor de kwaliteitsgebreken en incidenten die ten grondslag liggen aan de noodzaak tot veranderen.
Leeg tekenvel
De commissie suggereert dat de sector met een ‘leeg tekenvel’ moet durven beginnen. ‘Hetgeen overigens ook vergt dat
‘oud-denkers’ niet bij dergelijke processen worden betrokken’, zegt zij. De aanpak van de ‘wicked problems’ wordt vooral op sectoraal niveau belegd. Maar daarnaast zouden kantoren zélf op organisatieniveau aan de slag moeten met kwaliteitsverbetering. ‘Anders gezegd: elke accountantsorganisatie dient zich (periodiek) de vraag te stellen of het door hen gekozen verdienmodel, businessmodel, partnermodel en/of intern verrekenmodel nog geschikt is. Elke accountantsorganisatie dient in concrete situaties een afweging te maken tussen het cliëntbelang en het publiek belang. Bij elke accountantsorganisatie speelt het fraudevraagstuk een rol en dient kwaliteit te worden geleverd. Alle accountantsorganisaties opereren in een competitieve markt waarin de marktordening en –werking een
belangrijke invloed heeft.’
Vervolgonderzoek
De Commissie heeft de afgelopen anderhalf jaar vervolgonderzoek gedaan naar onder meer de invoering en werking van de 53 verbetermaatregelen uit het sectorrapport ‘In het Publiek Belang’. Zij heeft haar conclusies gebaseerd gesprekken met belanghebbenden binnen en buiten de accountancysector, diverse specifieke uitvragen (enquêtes) en het bestuderen van transparantieverslagen, onderzoeken en rapporten. Sectorbreed zijn sinds het eerste rapport van de Commissie (oktober 2016) ‘flinke vorderingen’ gemaakt met betrekking tot de opzet en het bestaan van de door de sector zichzelf opgelegde 53 maatregelen. Bewijs voor de werking van het pakket van 53 maatregelen is er niet, althans de effecten zijn nog onvoldoende aantoonbaar. ‘Op basis van haar bevindingen ziet de Commissie diverse risico’s en belemmeringen die het bereiken van het einddoel bemoeilijken en vertragen.’
Veranderingsdynamiek
Ada van der Veer, commissievoorzitter (foto) : ‘Het is evident dat binnen de accountancysector inmiddels sprake is van het sturen op cultuur- en gedragsverandering. Kwaliteit staat meer centraal in doen en laten en er is daarbij ook sprake van toenemende veranderingsdynamiek. Dat zijn positieve ontwikkelingen. Maar wij zijn van oordeel dat de veranderingen te langzaam gaan. Het verdienmodel en het partnermodel zijn voorbeelden van fundamentele onderwerpen met schadelijke prikkels voor de kwaliteit. Het onderwerp fraude dient voor de accountancysector topprioriteit te zijn en dat is het thans niet’, zegt zij. ‘Deze onderwerpen zijn inmiddels binnen een deel van de sector weliswaar bespreekbaar geworden, maar worden door de sector (nog) niet met de benodigde visie en daadkracht aangepakt. De sector loopt het risico de regie over het noodzakelijke veranderproces te verliezen.’
Aanbevelingen
De Commissie komt tot onder meer de volgende aanbevelingen:
- kom met een logische, onderbouwde en begrijpelijke koppeling van oorzaken, maatregelen en effecten;
- neem daarin ook factoren mee als werkdruk, tijdsdruk en budgetdruk en geef meer aandacht aan zaken als angstcultuur en versterking van de aanspreekcultuur;
- pak de ‘wicked problems’ voortvarender en met meer diepgang aan;
- verander de houding en instelling ten aanzien van fraude en geef dat topprioriteit;
- toon meer ambitie en ga veel verder dan de invoering van de 53 maatregelen.
De Commissie roept de accountancysector op om zelf maatregelen te nemen die borgen dat de gewenste kwaliteitsverhoging en het duurzame vertrouwensherstel wél op een afzienbare termijn kunnen worden gerealiseerd. ‘Nu als sector kiezen voor meer rust en louter positiviteit zou een rem zetten op het veranderproces’, aldus de commissie. ‘Het is aan de sector en accountantsorganisaties om aan te tonen dat effecten ten aanzien van de genoemde aspecten meetbaar en gerealiseerd zijn. De sector heeft in deze geen inspannings- maar een resultaatsverplichting.’
‘Geen extra wet- en regelgeving’
‘De geschiedenis leert dat externe druk op de accountancysector noodzakelijk is om tot echte veranderingen te komen’ beweert de commissie. De reflex om dan maar meer wet- en regelgeving in te voeren biedt volgens haar geen oplossing voor de geconstateerde problemen. ‘Het gaat in deze fase niet om (nog) meer regels, wél om het effectief sturen op het bereiken van daadwerkelijke gedrags- en cultuurverandering’.
Nieuw rapport 2019
De Commissie verwacht in de tweede helft van 2019 met een volgend rapport te komen. Naast Van der Veer (Voorzitter Voorzitter RvC Arcadis Nederland, lid RvC en voorzitter AC Alliander en adviseur Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders) zitten drs. Carin Gorter RA (Lid RvC TKH Group), Prof. dr. Erik van de Loo (Professor of Organisational Behaviour, Insead, Singapore en Fontainebleau en tevens hoogleraar Leiderschap en Gedrag, TIAS School for Business and Society), Prof. dr. mr. Marcel Pheijffer RA (Hoogleraar Accountancy Nyenrode Business Universiteit, hoogleraar Forensische Accountancy Universiteit Leiden, lid Adviescommissie Financiële Verslaggeving & Accountancy AFM) en Henk Scheffers RA (Lid RvC en Voorzitter AC van Heineken) in de commissie.
Geef een reactie