Iedere twee jaar een nieuw bedrijf opzetten om boven de dochter te plaatsen en aldus te ontkomen aan de deponeringsplicht. Zo opereert de familie Blokker om haar vermogen aan het zicht van anderen te onttrekken, volgens het Financieele Dagblad, dat deze handelwijze een ‘truc’ noemt. Het bedrijf waarop deze constructie wordt toegepast, is HB Capital, de investeringsmaatschappij van de Blokkers.In dat bedrijf zit het vermogen, niet de winkels zoals Marskramer en Blokker. Wel vastgoed, en deelnemingen in bedrijven zoals baggeraar Van Oord en Beter Bed. Experts hebben zo’n gebruik van de zogeheten ‘403-verklaring’ nog niet eerder gezien, aldus de krant, en vinden dat die indruist tegen de regels voor transparant ondernemen. Emeritus hoogleraar ondernemingsrecht Steef Bartman noemt het ‘een kwalijke zaak.’ De handelwijze is niet strijdig met de wet, maar staat wel op gespannen voet met de bedoeling van de wet. Peter Sampers, hoogleraar jaarverslaggeving aan de Universiteit Maastricht, noemt het regelmatig wisselen van moeder ‘ongebruikelijk’.
Slechts één jaarrekening
De 403-verklaring is een aansprakelijkheidsverklaring die door de moedermaatschappij, de hoogste vennootschap in het concern, wordt afgegeven en gedeponeerd bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De moeder verklaart zo aansprakelijk te zijn voor schulden voortvloeiende uit rechtshandelingen van de dochtervennootschappen. Het afgeven van een 403-verklaring heeft als voordeel dat slechts één (geconsolideerde) jaarrekening hoeft te worden gedeponeerd in het handelsregister. De regeling dankt haar naam aan artikel 403 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarin zij is vastgelegd.
Geen zich op financiële positie
Gebruikmaken van de 403-verklaring betekent ook dat ook crediteuren minder inzicht hebben in de financiële positie van de afzonderlijke vennootschappen. Het kan immers goed zijn dat de resultaten van de werkmaatschappij in positieve zin worden gecompenseerd door een ‘rijke’ moeder of zuster. Wanneer een partij zaken wenst te doen met een van deze groepsvennootschappen, kan deze partij dan ook slechts beperkt nagaan hoe deze vennootschap er financieel voor staat. Uiteindelijk blijft de moedervennootschap verantwoordelijk voor de rechtshandelingen van de dochterondernemingen. Niks aan de hand, op het eerste gezicht. Boven HB Capital (voluit: Hoornsche Broeder Capital) staat immers een moederbedrijf, dat zich aansprakelijk stelt voor HB Capital en diverse andere ondernemingen. Maar dit moederbedrijf zou dan wel jaarcijfers moeten deponeren, en juist dat wordt telkens vermeden.
Cijfers niet terug te vinden
Dat twee jaar de termijn is waarna een nieuw bedrijf wordt opgezet dat zich aansprakelijk stelt, is geen willekeurige termijn. Het is de tijd die een onderneming heeft om het jaarverslag bij de Kamer van Koophandel (KvK) te deponeren. Telkens als die deadline nadert, zetten de eigenaren een nieuw bedrijf op dat zich aansprakelijk stelt voor de onderliggende bv’s. De oude holding wordt geliquideerd, er komt geen geconsolideerde jaarrekening en de cijfers van HB Capital zijn nergens terug te vinden.
Privacy
HB Capital doet dit naar eigen zeggen ‘bewust om daarmee de privacy van de aandeelhouders zo optimaal mogelijk te beschermen’. Dit is een vraagstuk waar veel familiebedrijven mee worstelen. Die aandeelhouders zijn Els en Albert (Ab) Blokker. Els is de weduwe van Jaap Blokker, de in 2011 overleden topman die het Blokkerconcern groot heeft gemaakt.
De gevolgde handelswijze is op zijn minst opmerkelijk. Nu praten wij natuurlijk wel over een rechtspersoon (Blokker Holding BV) waar geen ‘externe’ aandeelhouders aanwezig zijn. Er is ook geen beursnotering. In zoverre zullen er vele rechtspersonen zijn die zich niet kunnen veroorloven om de ‘Blokker-route’ te volgen. Wel is er gerede kans bij familie-bv’s aanwezig. Deze hebben in de regel een besloten groep aandeelhouders en men is zelf toch wel bekend met de financiële gang van zaken. Externe kredietverschaffers zoals banken zullen bovendien toch al meer informatie van hun kredietnemer wensen dan enkel een geconsolideerde jaarrekening. De vraag rijst dan welke externe partij er nog in de jaarrekening geïnteresseerd is. Dat is uiteraard de concurrent en 403 weet dat redelijk af te schermen. Het lijkt mij dat de wetgever aan zet is wil men deze handelswijze tegengaan.