Van een accountant of administratieconsulent die de boekhouding en belastingaangifte verzorgt voor een startend ondernemer zonder veel administratieve kennis, mag wat meer scherpte verwacht worden bij het beoordelen van gegevens die klant zelf aanlevert. Zeker als het een horecaonderneming betreft, waar ‘privéonttrekkingen’ gebruikelijk zijn.
De Accountantskamer legde een waarschuwing op aan een accountant die niet dieper in was gegaan op dit onderwerp. Zij kreeg een waarschuwing.
De (voormalige) klant is een kok, die een lunchroom overnam. Hij bestierde zelf de keuken. Zijn schoonvader, een voormalig staalconstructeur, zou de administratie bijhouden. Bij het kantoor waar de aangeklaagde accountant werkte deed de schoonvader een cursus, vooral om met het boekhoudpakket AccountView uit de voeten te kunnen. Het kantoor zou de jaarrekening van de eenmanszaak samenstellen, de salaris- en personeelsadministratie en de aangifte inkomstenbelasting doen, waarna de uitkomsten zouden worden besproken. De AA die deze werkzaamheden deed vertrok en de administratie werd overgenomen door een RA, die de afgesproken werkzaamheden verrichtte. Voorafgaand aan het afgeven van de samenstellingsverklaring bracht ze de omzet- en kostprijsontwikkelingen van klager in kaart en vergeleek doe met branchegegevens.
Boekenonderzoek
In 2015 kondigde de Belastingdienst een boekenonderzoek aan bij de horecazaak. In de controle werd vooral gelet op de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2013 en de loonheffingen. De administratie voldeed in de ogen van de inspecteur niet aan de wettelijke normen op de punten voorraadadministratie, onttrekking goederen voor privé, uitval van goederen, gratis drankjes, relatiegeschenken, bestelbonnen, samenstelling lunches en diner. Tegen deze beschikking is pro forma bezwaar gemaakt.
Vergrijpboetes
Het boekenonderzoek resulteerde uiteindelijk in diverse belastingaanslagen en vergrijpboetes: een navorderingsaanslag inkomstenbelasting ad € 35.486 (inclusief vergrijpboete ad € 6.521), een navorderingsaanslag premie zorgverzekeringswet ad € 607, een naheffingsaanslag omzetbelasting ad € 3.384 (inclusief vergrijpboete ad € 275) en een aanslag kinderopvangtoeslag € 6.266. Klager wilde de geleden schade op het accountantskantoor verhalen, hetgeen van de hand gewezen werd. Daarna wendde de horecaondernemer zich tot de Accountantskamer, met het verwijt dat de accountant verzuimde na te gaan of de door klager aangeleverde financiële gegevens 2013 voldeden aan de door de Belastingdienst gestelde eisen en of er een noodzaak was om die informatie te verifiëren. Gelet op de administratieve ondeskundigheid van de opdrachtgever en het gebrek aan ervaring in financiële bedrijfsvoering had dat volgens klager voor de hand gelegen. Had de accountant dat gedaan, dan had ze de door de fiscus vastgestelde tekortkomingen tijdig moeten signaleren en bij de horecabaas aankaarten.
Geen reden tot twijfel
De accountant vond dat klager zelf verantwoordelijk was voor de administratievoering en dat zij geen reden had om aan de aangeleverde gegevens te twijfelen. Zij kreeg kwartaalvoorraadoverzichten en de behaalde omzet werd doorgegeven in AccountView. Zaken als onttrekking van goederen voor privé, de uitval van goederen, gratis drankjes en relatiegeschenken waren daarin al verwerkt, terwijl kennisname van de bestelbonnen en de vastlegging van de samenstelling van lunches en diners voor het samenstellen van de jaarrekening volgens haar niet noodzakelijk was. De aangiften omzetbelasting in 2013 lieten geen onverklaarbare afwijkingen zien vergeleken met de aangiften over eerdere jaren, aldus de accountant. Van rode vlaggen was geen sprake, vond ze.
Privéonttrekkingen
De Accountantskamer stelde de accountant met betrekking tot de eigen verantwoordelijkheid van de horecaondernemer in het gelijk, maar had wel een belangrijke kanttekening. Ze had beter moeten letten op de privéonttrekkingen, die apart geadministreerd hadden moeten worden. Dat was niet zo: op het aangifteformulier stond bij standaardvraag ‘1d’ ingevuld: €0. De ondernemer zou haar gezegd hebben dat hij alleen voorraadspullen over datum mee naar huis nam.
De Accountantskamer was van mening dat ze hier wel wat dieper op had mogen ingaan en de klant op een deugdelijk administratie op het punt van privéonttrekkingen had mogen wijzen. Zeker omdat het een horecabedrijf betreft, waar privégebruik zeer gebruikelijk is. Door dat achterwege te laten en zonder doorvragen genoegen te nemen met wat de klant er terloops over meldde, schond ze het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid. De klacht werd op dit punt gegrond verklaard en maatregel die volgde was een waarschuwing.
Geef een reactie