Een ontevreden ouder heeft weinig succes bij de Accountantskamer in zijn strijd tegen een RA die een positieve controleverklaring had afgegeven over de jaarrekening van een grote scholengroep met dertig basisscholen.
Uitspraak: 18-805 RA
De RA werd door de ouder aanhoudend bestookt met vragen over de jaarrekening, het bestuursverslag en de controle daarop. Hij wees echter op zijn geheimhoudingsplicht en verwees de ouder door naar de scholengroep (verenigd in een stichting). Toen de ouder zich daar niet bij neerlegde kondigde de RA ‘nadere juridische stappen’ aan als de e-mails niet zouden stoppen. De ouder stapte vervolgens naar de tuchtrechter en stelde daar onder andere dat de RA had geprobeerd hem te intimideren door te dreigen met het nemen van juridische stappen als hij niet zou stoppen met het stellen van vragen en het sturen van e-mails.
Goedkeuring jaarverslag
Ook had de RA volgens de ouder nooit het jaarverslag mogen goedkeuren. De scholengemeenschap had namelijk eerder al zonder succes een smaadprocedure tegen de ouder gevoerd. Bovendien had de stichting zonder succes twee juridische procedures gevoerd tegen de gemeente. De kosten van die juridische procedures en de kosten die gemoeid waren met de sluiting van een school in 2016 waren volgens de ouder niet duidelijk in de jaarrekening vermeld. Door vragen daarover niet te beantwoorden heeft de RA zich volgens de ouder geassocieerd met niet-integer gedrag, door het verdoezelen van de juridische procedures in het jaarverslag van de scholengroep.
Geheimhouding van vertrouwelijke gegevens
De Accountantskamer gaat in geen enkel onderdeel van de klacht mee. Wat het beroep van de RA op de geheimhoudingsplicht betreft wijst de tuchtrechter op artikel 16 VGBA, waarin is bepaald dat een accountant, tenzij sprake is van een in dat artikel genoemde uitzondering, verplicht is tot geheimhouding van vertrouwelijke gegevens. Gesteld noch gebleken is dat in dit geval sprake is van één van de in artikel 16 VGBA genoemde uitzonderingen, spreekt de tuchtrechter uit. Terwijl evenmin (voldoende gemotiveerd) is weersproken dat de gegevens waarom de ouder heeft gevraagd, een vertrouwelijk karakter dragen. De RA is daarom op goede gronden niet inhoudelijk op de vragen van de ouder ingegaan en heeft zich terecht op zijn geheimhoudingsverplichting beroepen.
Intimidatie?
Ook van een poging tot intimidatie is geen sprake geweest, oordeelt de Accountantskamer. Sterker nog: de mail waarin de RA nadere juridische stappen aankondigde ‘moet niet worden gezien als een poging om klager te intimideren, maar als een aan klager gerichte waarschuwing. Dit getuigt eerder van een zorgvuldige handelwijze ten opzichte van klager dan van een poging tot intimidatie. Betrokkene heeft door klager te wijzen op de mogelijke juridische consequenties van zijn handelen dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.’
Materialiteit
Op het punt van het goedkeuren van de jaarrekening haalt de ouder ook bakzeil. Van het verdoezelen van de juridische procedures was volgens de tuchtrechter geen sprake. Daarbij speelt een rol dat de financiële invloed van de juridische procedures en de sluiting van de school zeer minimaal waren op de scholengroep, die dat jaar in totaal € 52.540.093 aan baten had: ‘Het jaarverslag van [stichting1] en de daarin opgenomen jaarrekening dienen een getrouw beeld te geven van de toestand op de balansdatum, de ontwikkeling gedurende het boekjaar en de resultaten van die rechtspersoon. Er is geen sprake meer van een getrouw beeld indien het weglaten van bepaalde informatie of het onjuist weergeven daarvan de economische beslissingen die de gemiddelde gebruiker op basis van de jaarrekening neemt, redelijkerwijs zou kunnen beïnvloeden. Dit uitgangspunt wordt aangeduid als de materialiteit. Klager heeft de kosten die verbonden zijn aan de juridische procedures geschat op een bedrag van € 10.000,–. Vast staat dat de totale baten van [stichting1] over 2016 € 52.540.093,– bedroegen en dat het balanstotaal op 31 december 2016 € 20.098.706,– bedroeg. Gelet op deze bedragen heeft betrokkene de materialiteit, met inachtneming van het Onderwijsaccountanstprotocol OC/EW 2016 (hierna: OAP 2016), volgens welke een maximale materialiteit van 2 % van de baten en 5 % van het balanstotaal aanvaardbaar is, vastgesteld op (afgerond) € 1.004.000,–. Naar het oordeel van de Accountantskamer heeft betrokkene daarbij geen onjuiste maatstaf aangelegd. Het betoog van klager op de zitting dat een accountant bij de controle van een jaarrekening en de beoordeling van een bestuursverslag van scholen voor een lagere materialiteitsgrens moet kiezen, vindt geen steun in de regelgeving. Het bedrag van € 10.000,–, waarop klager de juridische kosten heeft geschat, ligt ver onder de door betrokkene gehanteerde materialiteitsgrens. De vraag of de kosten voor die procedures al dan niet op juiste wijze in de jaarrekening zijn vermeld, is derhalve niet relevant. Hetzelfde geldt naar het oordeel van de Accountantskamer voor zover de klacht betrekking heeft op het feit dat in de jaarrekening geen aparte post met betrekking tot reserveringen voor de kosten van deze juridische procedures zou zijn opgenomen.’
Getrouw beeld jaarverslag
‘Klager heeft verder gesteld dat informatie over de kosten van de sluiting van de basisschool [school1] in het jaarverslag van [stichting1] over 2016 ontbreekt. Vast staat dat slechts circa 1% van de leerlingen van [stichting1] op [school1] zat. Het gaat derhalve om een kleine school. Met de desinvesteringen die gepaard gingen met de sluiting van [school1] was een bedrag gemoeid van € 87.000,–. De aan die sluiting verbonden kosten waren derhalve naar het oordeel van de Accountantskamer financieel niet van materiële betekenis. Dat de sluiting van die school kwalitatief van materiële betekenis zou zijn, in die zin dat dit de economische beslissingen van gebruikers van de jaarrekening zou beïnvloeden, is door klager niet, althans onvoldoende gemotiveerd, gesteld. Gelet op het vorenstaande is de Accountantskamer van oordeel dat de klacht van klager dat het jaarverslag, inclusief jaarrekening en bestuursverslag, vanwege de door klager hierboven genoemde tekortkomingen, geen getrouw beeld zou geven van de ontwikkelingen gedurende het boekjaar 2016, ongegrond is.’
Geef een reactie