De AFM en EY en PwC zijn donderdag in de rechtszaal hard met elkaar in aanvaring gekomen bij de behandeling van een zaak over het toezicht op de accountancy, meldt het FD. De krant heeft het over ‘een ongewoon harde en bij vlagen venijnige confrontatie’. De advocaten van de twee accountantskantoren beschuldigden de AFM ervan ‘feiten te verdraaien’ en ‘gewone’ controlefouten op te kloppen tot ‘ernstige fouten’ om boetes te rechtvaardigen.
Interpretatie zorgplicht niet houdbaar
Aanleiding was de uitspraak van de rechtbank Rotterdam eind 2017 over door de AFM aan EY en PwC opgelegde boetes voor het niet voldoen aan de zorgplicht. De rechtbank draaide die boetes toen terug omdat de interpretatie van het begrip zorgplicht door de AFM niet houdbaar werd bevonden. De rechter oordeelde dat de AFM niet op basis van tekortkomingen in individuele controledossiers mag concluderen dat de accountantsorganisaties als geheel niet deugen. Daarmee werd een groot deel van de basis onder het toezicht op de accountancy onderuit gehaald. De AFM tekende beroep aan, dat donderdag diende bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) in Den Haag.
AFM blijft bij standpunt
De AFM houdt nu in hoger beroep echter vol dat op basis van ernstige tekortkomingen in individuele dossiers boetes mogen worden opgelegd aan een accountantskantoor. De zaak is principieel, zegt de toezichthouder, omdat die draait om ‘de core business’ van accountantskantoren en ‘adequaat toezicht’ daarop. Volgens de toezichthouder is het ‘een onhaalbaar vereiste’ om onderzoek te doen naar het stelsel van kwaliteitsbeheersing en kwaliteitsbeleid.
‘Zaak opgeblazen’
De in deze zaak geconstateerde dossierfouten tonen volgens de AFM aan dat de organisatie van die kantoren op dat moment niet deugde. EY en PwC zien dat anders en vinden dat de toezichthouder daarvoor meer onderzoek moet doen. De twee accountantskantoren vinden dat de AFM de zaak opblaast om de boetes te rechtvaardigen. De advocaat van PwC sprak zelfs over het verdraaien van feiten door de toezichthouder.
De uitspraak wordt in juni verwacht.
Bron: FD
Geef een reactie