Een man die als boekhouder werkzaam was bij een notariskantoor is tegelijk met een voormalig notaris van het kantoor door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot tien maanden onvoorwaardelijke celstraf vanwege verduistering van in totaal 380.883,30 euro van klanten. De officier van justitie had vijftien maanden onvoorwaardelijke celstraf tegen de boekhouder geëist.
Misbruik van positie, geen enkele blijk van spijt
De rechtbank acht bewezen dat de boekhouder van 2007 tot 2012 samen met de notaris grote geldbedragen verduisterde die hij uit hoofde van zijn dienstbetrekking bij het notariskantoor onder zich had. Van een aantal verduisteringen is bewezen dat hij heeft samengewerkt met een van de notarissen van het kantoor. De twee maakten bedragen vanaf derdengeldenrekening naar zichzelf over. ‘Zijn handelen is zeer laakbaar’, spreekt de rechtbank uit. ‘Verdachte heeft misbruik gemaakt van zijn positie als boekhouder en van het vertrouwen dat het notariskantoor en cliënten in hem mochten stellen. Verdachte heeft uit geldelijk gewin gehandeld en zich niet bekommerd over de schade die en het leed dat hij hiermee bij anderen heeft veroorzaakt. Verdachte heeft bovendien geen enkele blijk gegeven van enige spijt.’
Overschrijding redelijke termijn
De rechtbank heeft bij het bepalen van de duur van de straf in matigende zin meegewogen dat de feiten dateren uit de periode 2007 tot 2012 en dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank is van oordeel dat de omvang en complexiteit van de zaak niet zodanig zijn dat een extra vertraging gerechtvaardigd was.
Uitspraak: ECLI:NL:RBAMS:2019:1932
Geef een reactie