Bij het onlangs aangekondigde bouwstenenonderzoek naar verbeteringen en vereenvoudigingen van het belastingstelsel laat staatssecretaris Snel van Financiën in het deelonderzoek naar de wijze waarop kapitaalinkomen van de dga wordt belast ook de mogelijkheden van een duaal belastingstelsel bekijken. Dat antwoord Snel op vragen van PvdA-Kamerlid Nijboer. Een duaal belastingstelsel is een stelsel dat kapitaalinkomen en arbeidsinkomen apart belast en in een aantal Scandinavische landen gangbaar is.
Het uitgangspunt voor dit stelsel is dat het werkelijke rendement (inkomen) op alle vermogen (kapitaal) op dezelfde manier wordt belast, dat wil zeggen ongeacht of er sprake is van rente, dividend, vermogenswinst, huurinkomsten, et cetera. Kapitaalinkomen wordt daarbij in beginsel tegen een (relatief laag) uniform tarief belast en arbeidsinkomen tegen een (hoger) progressief tarief. De kosten die samenhangen met deze vermogensbestanddelen (zoals ook rentelasten van leningen) zijn aftrekbaar.
Nijboer wilde onder andere van Snel weten of hij bereid is om te onderzoeken hoe het Scandinavische model ook voor Nederland vormgegeven zou kunnen worden. De staatssecretaris wijst in zijn antwoord op de aankondiging op 15 april dat het zijn doel is om begin 2020 concrete bouwstenen en voorstellen voor verbeteringen en vereenvoudigingen van het belastingstelsel op te leveren, waarbij knelpunten worden geduid en perspectief op oplossingen wordt geboden.
Het onderzoek moet uiteindelijk leiden tot beleidsopties binnen het huidige stelsel, maar er zal ook gekeken worden naar hervormingen die de huidige boxenstructuur overstijgen, schrijft Snel. Ook het invoeren van een duaal stelsel zal in dat kader worden onderzocht, als onderdeel van een onderzoek naar de wijze waarop kapitaalinkomen van de dga wordt belast. Er zal worden onderzocht hoe bij de dga kapitaalinkomen en arbeidsinkomen relatief ten opzichte van elkaar worden belast en of hier verbeteringen mogelijk zijn. Daarbij zal ook gekeken worden naar ervaringen in andere landen, waaronder de Scandinavische landen.
Onderscheid tussen kapitaalinkomen en arbeidsinkomen
Bij de samenloop van kapitaalinkomen en arbeidsinkomen is het ingewikkeld om het onderscheid tussen kapitaalinkomen en arbeidsinkomen te maken, constateert Snel. Het is namelijk niet mogelijk om exact vast te stellen welk deel van het inkomen als rendement op het kapitaal tot stand komt en welk deel van het inkomen voortvloeit uit arbeidsprestaties.
‘Ook binnen het huidige Nederlandse belastingstelsel komt de samenloop van kapitaalinkomen en arbeidsinkomen met name aan de orde bij de directeurgrootaandeelhouder (dga). De dga wordt betrokken in een vermogenswinstbelasting (box 2 van de inkomstenbelasting), maar moet tevens een al dan niet fictieve (en progressief belaste) arbeidsbeloning in aanmerking nemen. Nederland heeft om onderscheid te maken tussen kapitaalinkomen en arbeidsinkomen een (wettelijk) systeem waarbij het arbeidsinkomen van een dga – als ondergrens – fictief wordt vastgesteld door middel van de gebruikelijkloonregeling en het niet als (fictief of feitelijk genoten) arbeidsinkomen in aanmerking genomen overige inkomen als kapitaalinkomen wordt gezien.’
Verkeerde fiscale prikkel
‘Een nadeel van het in het algemeen lager belasten van kapitaalinkomen in verhouding tot arbeidsinkomen is dat de dga een fiscale prikkel kan hebben om zijn (hoger belaste) arbeidsinkomen om te zetten in (lager belast) kapitaalinkomen’, schrijft Snel. ‘Binnen het huidige Nederlandse belastingstelsel hebben dga’s een fiscale prikkel om hun gebruikelijk loon zo laag mogelijk vast te stellen. Bovendien hebben dga’s momenteel de mogelijkheid om belastingheffing (in box 2) langdurig uit te stellen.’’
Geef een reactie