Een 59-jarige verdachte is in hoger beroep door het Gerechtshof Amsterdam veroordeeld tot 65 maanden gevangenisstraf voor gewoontewitwassen en valsheid in geschrifte. Het Openbaar Ministerie had vijf jaar geëist. De rechtbank legde eerder vijf jaar gevangenisstraf op. Aan de medeverdachten zijn straffen opgelegd die variëren van een voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een taakstraf tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 23 maanden.
De verdachte heeft een langdurige en belangrijke rol gehad bij het witwassen van ruim 12 miljoen euro. Hij deed dit met name door contant geld in porties te storten bij banken op bankrekeningen van vennootschappen. Daarna werd het geld vrijwel direct overgeboekt naar bankrekeningen van andere lege vennootschappen in Nederland. Vandaar verdween het geld naar onder meer China en Hongkong.
Medeverdachten
Een medeverdachte hielp om bedragen te storten bij banken en stelde de bankrekening van zijn bedrijf ter beschikking. Aan een andere medeverdachte, die een bedrijf had dat in zwaar weer verkeerde, werd contant geld gegeven om zijn werknemers zwart te betalen. In ruil daarvoor maakte hij vanuit zijn bedrijven op basis van valse facturen bedragen over naar bankrekeningen waar de verdachte de beschikking over had. Nog twee andere medeverdachten hielpen door vennootschappen op hun naam te zetten, door bankrekeningen te openen toen bleek dat de verdachte dit niet meer kon omdat hij op een zwarte lijst stond en door gesprekken te voeren met de notaris, de belastingdienst of de boekhouder.
Straf
De verdachte, die zich voordeed als een gelovig man met een omvangrijk zakelijk netwerk, heeft zijn deels kwetsbare medeverdachten meegesleept in zijn omvangrijke witwaspraktijk. Het hof legt een hogere straf op dan de rechtbank en de eis van het OM omdat het witwassen ruim 3 jaar heeft geduurd en daarmee een enorm bedrag is gemoeid. De verdachte heeft meeholpen om criminaliteit in stand te houden.
Uitspraken
- ECLI:NL:GHAMS:2019:1969
- ECLI:NL:GHAMS:2019:1974
- ECLI:NL:GHAMS:2019:1970
- ECLI:NL:GHAMS:2019:1971
- ECLI:NL:GHAMS:2019:2095
Bron: rechtspraak.nl
Geef een reactie