Het ministerie van Financiën doet op twee terreinen onderzoek naar een nieuwe vormgeving van de box 3-heffing, schrijft staatssecretaris Snel in antwoord op Kamervragen. Volgend voorjaar hoopt hij langetermijnopties bekend te kunnen maken.
De Hoge Raad oordeelde vorige maand dat in 2013 en 2014 op stelselniveau het voor de box 3-heffing veronderstelde rendement van 4% niet meer haalbaar was voor belastingplichtigen zonder dat ze daar (veel) risico voor namen. Dat is een schending van het Europese verdrag voor de rechten van de mens als het nominaal in box 3 te behalen rendement voor de jaren 2013 en 2014 gemiddeld lager is dan 1,2%. ‘Voor de gevolgen van een dergelijke schending op stelselniveau kan de Hoge Raad in beginsel geen oplossing bieden. De Belastingdienst zal het massaal bezwaar voor deze jaren afwijzen’, herhaalt Snel nog eens. Hij geeft aan dat er op twee sporen onderzoek wordt gedaan naar een heffing die beter aansluit bij het werkelijke rendement. ‘Op de langere termijn worden in het bouwstenenonderzoek meer fundamentele beleidsopties uitgewerkt voor het belasten van vermogen en vermogensinkomsten.’ De resultaten van dat onderzoek verwacht Snel volgend voorjaar te kunnen sturen. ‘Op korte termijn werk ik nader uit of we tegemoet kunnen komen aan belastingplichtigen met spaargeld in box 3. Concreet betekent dit dat ik onderzoek of het spaargeld tegen werkelijk rendement kan worden belast, of tegen een rendement dat daarbij in de buurt komt. De resultaten van dit onderzoek stuur ik met Prinsjesdag naar uw Kamer.’ De staatssecretaris liet al eerder weten dat het hanteren van een gemiddeld dagsaldo ook een optie is.
Heffing op basis van werkelijk rendement
De vermogensrendementsheffing moet zoveel mogelijk voldoen aan de uitgangspunten van uitvoerbaarheid, robuuste en brede heffingsgrondslag, geen hoge administratieve lasten voor burgers, gevoel van rechtvaardigheid en draagkracht, geeft Snel aan. ‘Op basis van de Voortgangsrapportage en het Keuzedocument box 3 komt het kabinet tot de conclusie dat een stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement niet kan voldoen aan alle hiervoor genoemde uitgangspunten. Een overgang naar een stelsel op basis van werkelijk rendement is daarom op korte of middellange termijn alleen denkbaar als er concessies worden gedaan op een of meerdere van de uitgangspunten.’
Parlementair advocaat
De Tweede Kamer wil ondertussen meer weten over de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad. Leden Slootweg (CDA) en Lodders (VVD) willen via een motie een parlementair advocaat inschakelen die onderzoekt welke verplichtingen de overheid heeft in zaken waarin volgens het oordeel van het Europese Hof het recht op eigendom geschonden is. Ook willen ze weten of een individuele uitspraak op bezwaar een adequate afsluiting is van een massaalbezwaarprocedure en in hoeverre box 3-belastingplichtigen eerst de nationale rechtsgang moeten doorlopen voordat ze naar het Europese Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg kunnen. ‘In hoeverre kunnen box 3-belastingplichtigen die niet besluiten om een individuele uitspraak op bezwaar te vragen, straks toch een beroep doen op een andersluidend oordeel van het EHRM? Wat betekent het voor de werkdruk van de Belastingdienst als alle individuele gevallen bezwaar gaan maken?’
Geef een reactie