Controlerend accountants geloven bestuurders van ondernemingen te vaak op hun blauwe ogen. Dat vindt de Britse Financial Reporting Council (FRC), meldt platform Economia.
Accountants worstelen vooral moeilijk met beoordelingsgebieden als langetermijncontracten, beoordeling van de waarde van goodwill of de waardering van financiële assets. Volgens de toezichthouder zijn die ook moeilijk te controleren, maar de FRC plaatst als kanttekening dat controleteams “te vaak bereid [lijken] te zijn om te accepteren wat het management hen vertelt in plaats van vraagtekens te plaatsen bij de plausibiliteit.” Ook roepen ze niet snel de hulp van specialisten in om eigen mening te scherpen, aldus de FRC. Aan de kritische beroepshouding valt kortom nog veel te verbeteren.
Doelstelling
In juli beweerde de FRC dat slechts 75% van de beoordeelde FTSE 350-audits het predikaat ‘goed’ of ‘weinig op aan te merken’ verdienden; veel minder dan de voor 2019 gestelde doelstelling van 90%. De FRC schrijft in z’n jaarverslag verder dat routineprocedures niet op een constant hoog niveau worden uitgevoerd.
“In een tijd waarin de hele auditmarkt wordt hervormd, verwachten we dat auditkantoren van auditkwaliteit hun hoogste prioriteit maken en effectieve werkprogramma’s hebben om consistent hoge normen te leveren,” zegt David Rule, uitvoerend directeur van de FRC op Economia. “Inconsistente kwaliteit tast het vertrouwen in het vak aan, wat kan leiden tot verminderd vertrouwen in het bedrijfsleven. Stakeholders en investeerders eisen terecht kwaliteit bij alle audits. ”
Geef een reactie