Startende agrarische ondernemers kunnen sinds 1 januari een lening aanvragen voor het verduurzamen van hun bedrijf.
Dat kan via de borgstellingsregeling Vermogensversterkend Krediet (VVK). De overheid heeft daarvoor € 64 miljoen beschikbaar gesteld.
In de land- en tuinbouw is het voor starters vaak niet direct mogelijk verduurzamingsinvesteringen te doen, motiveert het ministerie van Landbouw de regeling. ‘Met de borgstelling is het ook voor kredietverstrekkers interessant deze lening aan te bieden. De regeling geeft ondernemers de kans om tot drie jaar na overname een lening af te sluiten om te investeren in de toekomstbestendigheid van het bedrijf.’ De VVK is onderdeel van het Bedrijfsovernamefonds voor startende boeren en tuinders. Gaat een bedrijf failliet, dan staat het Rijk daarvoor garant. ‘Het is de verwachting dat financiers door deze regeling € 800 miljoen tot € 1 miljard extra kunnen uitlenen.’
Investeringsplan laten toetsen
De starter die van de borgstelling gebruik wil maken, moet een investeringsplan laten toetsen. Daarbij wordt gelet op het sluiten van kringlopen, het versterken van de sociaal economische positie van de boer in de keten, de klimaatopgave, ecosystemen, vitaliteit van het platteland, dierenwelzijn en waardering voor voedsel. De investeringen moeten bovendien aantonen dat de rentabiliteit, en daarmee het toekomstperspectief, van het bedrijf verbeterd is ten opzichte van vóór de overname.
Ook investering in opleiding
In het Regeerakkoord is € 75 miljoen opgenomen voor de regeling; de resterende € 11 miljoen wordt gestoken in een opleiding- en coachingstraject bij het begeleiden van het overnameproces. ‘Het opzetten of overnemen van een bedrijf en dit toekomstbestendig maken vraagt naast agrarische kennis ook kennis van ondernemerschap van de startende agrariërs. Op verzoek van de jonge boeren zelf is er daarom ruimte gecreëerd voor het ontwikkelen van een programma voor onafhankelijk advies en begeleiding bij duurzame bedrijfsovername.’
Agrariërs moeten de borgstelling aanvragen via de Rabobank. Die doet vervolgens de aanvraag via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Geef een reactie