Beleggingsinstellingen en beleggingsondernemingen doen nog onvoldoende om mogelijk witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan. Ze moeten transacties scherper monitoren en ongebruikelijke transacties eerder en beter melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU-Nederland). Dat stelt toezichthouder AFM na eigen onderzoek bij zes beleggingsinstellingen en -ondernemingen.
Het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties dat beleggingsondernemingen en -instellingen bij FIU-Nederland doen, groeit de laatste jaren sterk. In 2019 deden ze 124 meldingen, tegen 78 in 2018 en slechts 6 in 2017.
Resultaten onderzoek
Verdere verbeteringen zijn nog nodig, vindt de AFM. In 2019 heeft de toezichthouder onderzoek verricht naar transactiemonitoring en de meldplicht bij vier (beheerders van) beleggingsinstellingen en twee beleggingsondernemingen. De belangrijkste bevindingen van de AFM daarbij zijn:
- De meeste van de onderzochte instellingen zijn pas eind 2018 of begin 2019 begonnen met het inrichten van een (geautomatiseerd) transactiemonitoringssysteem.
- Financiële ondernemingen zijn verplicht van iedere cliënt een risicoprofiel op te stellen. Het blijkt dat de onderzochte ondernemingen dat risicoprofiel onvoldoende laten meewegen bij transactiemonitoring.
- Veel van de onderzochte instellingen stellen geen transactieprofiel op van iedere cliënt (diens verwachte individuele transactiegedrag). Zo’n transactieprofiel is een goed hulpmiddel bij het monitoren van transacties.
- Veel van de onderzochte instellingen hanteren geen concrete detectieregels voor het signaleren van ‘opvallende’ transacties. Hebben ze zulke detectieregels (met bijbehorende drempelwaarden) wel opgesteld, dan zijn die vaak erg summier uitgewerkt of sluiten onvoldoende aan bij het type transactie of cliënt.
- De kwaliteit van de meldingen schiet soms tekort. De onderzochte ondernemingen geven niet altijd aan waarom ze een transactie ongebruikelijk vinden. Ook denken ze onvoldoende na over maatregelen tegenover cliënten die betrokken zijn bij een ongebruikelijke transactie. Te denken valt aan het aanscherpen van het risicoprofiel of ‘gerichte individuele monitoring’.
- Ook de tijdigheid van de meldingen laat soms te wensen over. Instellingen zijn verplicht ‘onverwijld’ melding te doen wanneer ze een transactie als ongebruikelijk aanmerken.
Wwft-uitvraag 2019
Naast dit onderzoek heeft de AFM ook een Wwft-uitvraag gedaan in 2019. Daaruit bleek dat 20% van de beleggingsondernemingen, 9% van de (beheerders van) beleggingsinstellingen en 20% van de beleggingsinstellingen met een AFM-registratie in plaats van een vergunning niet beschikken over een (geautomatiseerd) systeem om de transacties van cliënten te monitoren.
Vervolgonderzoek
De uitkomsten van het onderzoek zijn voor de AFM aanleiding om dit jaar een vergelijkbaar vervolgonderzoek te starten naar transactiemonitoring en de meldplicht. ‘De uitkomsten van het huidige onderzoek zijn voor ons reden voor verscherpte aandacht. We willen dat alle beleggingsinstellingen en –ondernemingen hun transactiemonitoring en de tijdigheid en kwaliteit van hun meldingen snel op orde brengen’, zegt Jos Heuvelman, bestuurslid van de AFM.
Geef een reactie