De orde van belastingadviseurs NOB heeft gereageerd op de consultatie van de Wet toekomst pensioenen. Een van de zorgpunten van de orde is of het nieuwe pensioencontract wel begrijpelijk is voor deelnemers.
De NOB maakt zich zorgen over de begrijpelijkheid, transparantie en uitlegbaarheid van het nieuwe pensioencontract. ‘De orde vraagt zich af op welke wijze termen als ‘risicotolerantie’, ‘risicodraagvlak’, ‘risicopreferentieonderzoeken’, ‘URM-projectiemethode’ en ‘ALM-analyses’ aan deelnemers kunnen worden uitgelegd. Deze termen zullen in het algemeen de deelnemers niets zeggen, maar lijken daarentegen uiterst relevant te zijn.’ De NOB vindt het essentieel dat sociale partners het nieuwe pensioencontract begrijpen om te komen tot een goede nieuwe pensioenovereenkomst in de toekomst.
Kosten en premiegrens
Bovendien wil de orde meer weten over de kosten: ‘De transitiekosten zijn kosten die niet
beschikbaar zijn voor pensioenopbouw. Hoe hoog zullen deze transitiekosten zijn?’ Vragen zijn er ook over het verlagen van de fiscale premiegrens van 33 procent naar 30 procent, als gevolg van het verdwijnen van het partnerpensioen op kapitaalbasis bij overlijden voor pensioendatum. ‘Hoe is vastgesteld dat deze verlaging precies 3%-punt van de premiegrens moet zijn?’
Partnerbegrip
Ook wil de NOB weten wat de consequenties zijn van de uniformering van het partnerbegrip. ‘Kan de wijziging van het partnerbegrip ertoe leiden dat betrokkenen nu geen partner meer zijn in de zin van de pensioenregeling en daardoor ook niet voor de Wet inkomstenbelasting 2001?’
Uitwerking uniformering tweede en derde pijler
De NOB juicht toe dat in het wetsvoorstel met de verhoging van de maximale premieruimte voor lijfrenten van 13,3 procent naar 30 procent van de premiegrondslag en de toepassing van dezelfde (minimale) AOW-franchise in beide pijlers wordt beoogd het fiscale kader tussen tweede en derde pijler te uniformeren. ‘Hiermee kunnen zelfstandigen in beginsel dezelfde fiscale ruimte gebruiken als werknemers in een pensioenregeling.’ Maar de uitwerking is maar marginaal: ‘Een uitgebreidere uitwerking in zowel concept-wetteksten als toelichting is naar de mening van de orde gewenst. De orde wil ook weten of de reserveringsruimte wordt aangepast of verhoogd in lijn met de verhoging van het premiepercentage. ‘Of vervallen deze maxima volledig? Immers, in geval van inhaal en inkoop in de tweede pijler wordt geen maximum gesteld aan de jaarlijkse bijstorting die betrekking heeft op ruimte in het verleden. Dat laatste zou betekenen dat de referentieperiode van 7 jaar in geheel zou moeten komen te vervallen.’
DGA-pensioen
Verder ziet de NOB graag een verplichte pensioenopbouw voor zelfstandig ondernemers met de mogelijkheid van opting-out. Tot slot is geen rekening gehouden met het DGA-pensioen, constateert de NOB. ‘De Memorie van Toelichting geeft geen duidelijkheid over de vraag of het DGA-pensioen kan worden ‘ingevaren’ in een nieuw pensioencontract. Daarnaast zijn er DGA’s die pensioen opbouwen bij een verzekeraar. Wat betekent dit wetsvoorstel voor het DGA-pensioen?’
Lees hier de volledige reactie van de NOB
______________________________________________________________
Geef een reactie