Een accountant die hetzelfde werk gaat doen als een voormalige klant die hij jarenlang bijstond, mag dat? Een ondernemer met een eenmanszaak in coachings- en trainingsdiensten vond dat haar accountant te ver ging en beschuldigde hem bij de Accountantskamer van copycatgedrag. Zo zou hij onder anderen haar trainingen hebben gekopieerd en bij het werven van klanten gebruik hebben gemaakt van haar klantenbestand.
De Accountantskamer overweegt dat de accountant de beschuldigingen van de ondernemer gemotiveerd heeft bestreden. Daarom lag het op de weg van de ondernemer om haar stellingen verder te onderbouwen. Dat heeft ze echter niet (tijdig) gedaan, oordeelt de tuchtrechter. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
Uitspraak: 20-1476 AA
De AA had de aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2013, 2014 en 2015 verzorgd voor de ondernemer en haar partner. Na mei 2016 verrichtte hij geen werkzaamheden meer voor haar. Op 17 juni 2019 ging een voormalig medewerkster van het trainingsbureau bij het accountantskantoor aan de slag als accountmanager. In maart 2020 richtte de accountant op zijn beurt ook een coachingsbureau op waarvan hij de enige aandeelhouder is. De voormalig medewerkster van het trainingsbureau die nu bij het accountantskantoor in dienst was werkte vanaf mei 2020 (op uitleenbasis) ook voor het coachingsbureau van de AA.
Oneerlijke concurrentie
De verhoudingen waren toen ogenschijnlijk nog goed, want één van de trainers bij het bedrijf van de accountant is nota bene de echtgenote van de klagende ondernemer. Dat veranderde echter snel, want op 8 juli 2020 stuurde de advocaat van de ondernemer met het trainingsbureau een brief aan de AA, waarin werd gesteld dat zijn coachingsbureau producten aanbiedt die een afgeleide zijn van de producten van de andere ondernemer en dat de medewerkster klanten van het trainingsbureau heeft benaderd. De accountant werd gesommeerd om de coachings- en trainingsactiviteiten te staken, omdat volgens de advocaat van de ondernemer sprake was van oneerlijke concurrentie. De accountant weigerde en stelde dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen.
Tuchtklacht: niet integer gehandeld, geheimhoudingsplicht geschonden
De ondernemer met het trainingsbureau spande daarop een tuchtzaak aan tegen de AA en verweet hem daar dat hij niet integer heeft gehandeld en dat hij zijn geheimhoudingsplicht als accountant heeft geschonden.. Bij de Accountantskamer herhaalde de ondernemer dat het bedrijf van de accountant coachings- en trainingsactiviteiten aanbiedt die door haar zijn ontwikkeld. Daarbij wees ze er ook op dat de medewerkster lange tijd voor haar had gewerkt, waardoor zij alle ins and outs van het trainingsbureau kent. Omdat de AA van 2013 tot en met 2016 de accountant van de ondernemer was heeft hij haar gehele administratie ontvangen, inclusief haar facturen aan klanten. Ook stelde de ondernemer dat zij de bedrijfsnaam van het coachingsbureau had bedacht en dat de medewerkster haar (grote) klanten actief heeft benaderd en diensten van het coachingsbureau heeft aangeboden. Volgens de ondernemer heeft de medewerkster daarbij gebruik gemaakt van haar klantenbestand.
Verweer accountant
De accountant stelde echter dat hij zelf de naam van het coachingsbureau heeft bedacht en dat de aangeboden trainingen speciaal voor het coachingsbureau zijn ontwikkeld door een gedragswetenschapper. Van het kopiëren van trainingen is daarom volgens hem geen sprake. Daarbij stelde hij ook dat het coachingsbureau zich op een andere doelgroep richt dan het trainingsbureau en dat hij als accountant nooit de gehele administratie van de andere ondernemer heeft ontvangen. Hij had alleen de aangiften inkomstenbelasting verzorgd op basis van de uitdraaien van de financiële administratie van de ondernemer, voerde hij aan. Daarbij had de ondernemer volgens de accountant het totaal aan omzet niet uitgesplitst naar haar afzonderlijke debiteuren.
Ook voerde hij aan dat hij het coachingsbureau bijna vier jaar na het beëindigen van zijn werkzaamheden voor de ondernemer heeft opgericht, waardoor hij geen actuele informatie over het trainingsbureau had. Verder bracht hij naar voren gebracht dat de medewerkster als officemanager bij het trainingsbureau heeft gewerkt en dat zij zelf nooit trainingen heeft gegeven. Ook bestreedt de accountant dat bij de werving van nieuwe klanten gebruik is gemaakt van het klantenbestand van de klagende ondernemer. De medewerkster zou nooit opdracht hebben gekregen om specifiek of bewust (oud-)klanten van de ondernemer te benaderen en zij heeft daar volgens de accountant ook niet naar gestreefd. Daarbij wees de accountant er op dat de medewerkster ten tijde van de klantenwerving al bijna anderhalf jaar bij de ondernemer met het trainingsbureau uit dienst was.
Oordeel Accountantskamer: onvoldoende onderbouwing
De Accountantskamer overweegt dat de accountant de beschuldigingen van de ondernemer gemotiveerd heeft bestreden. Daarom lag het op de weg van de ondernemer om haar stellingen verder te onderbouwen. Dat heeft ze echter niet (tijdig) gedaan, oordeelt de tuchtrechter. De ondernemer verwees op de zitting wel naar een aantal stukken (e-mailberichten van klanten en een brochure van het coachingsbureau), maar de Accountantskamer heeft het overleggen van deze stukken niet toegestaan. De inbreng van nieuwe stukken op een dergelijk laat tijdstip is namelijk in strijd met de beginselen van een behoorlijke procesorde. Omdat de ondernemer haar stellingen niet op andere wijze heeft onderbouwd, zijn de feiten die zij aan de klacht ten grondslag heeft gelegd onvoldoende aannemelijk gemaakt zodat de Accountantskamer niet kan beoordelen of de accountant op grond daarvan al dan niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
Geef een antwoord