Een assistent-accountant heeft gedeeltelijk succes met haar vordering van een wettelijke verhoging wegens te laat betaald loon in de richting van haar voormalige werkgever, de rechtsopvolger van het Lijndense Accounting Experts. Gelet op de geringe grootte van de vordering en de financiële situatie van de werkgever wordt die verhoging door de kantonrechter wel gematigd tot 25%, in plaats van de gevorderde 50%.
Uitspraak: ECLI:NL:RBNHO:2020:11629
Kort geding
De assistent-accountant is van 1 augustus 2018 tot en met 31 juli 2019 bij de rechtsvoorganger van Consulting Experts (Accounting Experts) in dienst geweest op basis van een oproepcontract tegen een bruto maandsalaris van € 1.345,00. Op 1 november 2018 deelde Accounting Experts haar mee dat zij de arbeidsovereenkomst wenste te beëindigen. De assistent-accountant werd nadien niet meer opgeroepen voor het verrichten van werkzaamheden. In een kort geding stelde ze daarna een loonvordering in tegen Accounting Experts. Bij voorlopige voorziening veroordeelde de rechtbank Accounting Experts in 2019 tot betaling van achterstallig loon en reiskostenvergoeding. De vordering tot betaling van de wettelijke verhoging werd wegens het ontbreken van spoedeisendheid afgewezen.
Wettelijke verhoging
Bij de kantonrechter vorderde de vrouw vervolgens nog de wettelijke verhoging over het te laat betaalde salaris, een bedrag van € 2.777,94. Volgens haar is Consulting Experts over de maanden november 2018 tot en met maart 2019 50% vertragingsrente verschuldigd, omdat het loon over die maanden minstens een maand te laat na de dag waarop het loon verschuldigd werd is voldaan. De assistent-accountant voerde aan dat ze zowel psychisch als financieel onder deze situatie heeft geleden.
Geschil over omvang arbeidsduur
Consulting Experts stelde dat het salaris te laat was betaald aangezien tussen partijen een geschil was over de omvang van de arbeidsduur. Indien Consulting Experts de wettelijke verhoging verschuldigd mocht zijn, verzocht zij om matiging van de vertragingsrente. Het is voor Consulting Experts wegens de huidige crisis door Covid-19 financieel niet haalbaar om de gehele vordering van de voormalige werkneemster te voldoen, voerde het bedrijf aan.
Beoordeling kantonrechter
De vraag die voorligt is of de wettelijke rente over het loon over de maanden november 2018 tot en met maart 2019 verschuldigd is, constateert de kantonrechter. Vast staat dat Consulting Experts het loon over de maanden november 2018 tot en met maart 2019 te laat aan de vrouw heeft betaald. Ook staat vast dat in ieder geval het loon over de maanden november en december 2018 later dan 30 dagen na de dag waarop het loon verschuldigd werd, is betaald.
Vertraging toe te rekenen aan werkgever?
Consulting Experts heeft onder meer als verweer gevoerd dat het loon te laat is betaald aangezien onduidelijkheid bestond over de omvang van de arbeidsduur. De kantonrechter oordeelt dat voor de verschuldigdheid van de wettelijke verhoging niet vereist is dat de werkgever schuld heeft aan de vertraging. Het gaat er om of deze vertraging hem is toe te rekenen. Uit vaste rechtspraak volgt dat de wettelijke verhoging mede blijkens de wijze waarop deze moet worden berekend, niet zozeer bedoeld is als een vorm van vergoeding van door de werknemer als een gevolg van de vertraagde uitbetaling geleden schade, maar veeleer als een prikkel voor de werkgever om het loon tijdig uit te betalen.
Vordering gematigd
De vordering van de voormalige werkneemster tot betaling van de wettelijke verhoging over het (inmiddels betaalde) loon over de maanden november 2018 tot en met maart 2019 wordt toegewezen, omdat het loon niet binnen drie werkdagen na de door artikelen 7:623 en 7:624 lid 1 BW toegestane termijn is betaald. Eveneens wordt de wettelijke verhoging over het inmiddels betaalde loon van € 235,24 toegewezen. De kantonrechter ziet aanleiding om de wettelijke verhoging tot 25% te matigen, gelet op de geringe grootte en de financiële situatie van de werkgever.
Geef een antwoord