Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid zal zich door de landsadvocaat gedetailleerd laten informeren over onder meer de wijze waarop Pels Rijcken invulling heeft gegeven aan het vierogen-principe en welke eventuele wijzigingen daarin worden doorgevoerd om herhaling van de fraude zoals door voormalig bestuursvoorzitter Frank Oranje te voorkomen. Ook gaat hij daarbij vragen naar de inzet van digitale controlemechanismes. Dat schrijft de minister in antwoord op Kamervragen over het fraudeschandaal. Daarin gaat hij ook in op de kritiek dat hij al eerder op de hoogte was van de kwestie dan hij heeft gecommuniceerd en op zijn mededeling dat uit onderzoek van Houthoff naar voren kwam dat de affaire geen dossiers van de overheid raakte, terwijl dat toch het geval bleek.
Onderzoeken
Grapperhaus wijst op de vele onderzoeken die momenteel lopen en kan daarom nog niet ingaan op een aantal zaken. ‘Welke feiten zich in deze casus precies hebben voorgedaan en hoe dat heeft kunnen gebeuren, maakt op dit moment nog deel uit van diverse onderzoeken. Zowel het strafrechtelijk onderzoek, als het onderzoek van de toezichthouder (het Bureau Financieel Toezicht) lopen op dit moment nog. Ook het door het kantoor Pels Rijcken zelf ingestelde onderzoek, is nog niet volledig afgerond. Ik kan op dit moment nog niet op de uitkomsten van de onderzoeken vooruitlopen.’ De landadvocaat zal Grapperhaus inlichten zodra het interne onderzoek is afgerond. De minister belooft zich op dat moment uitgebreid te zullen laten informeren. ‘Daarop wil ik nog niet vooruitlopen. Te zijner tijd zal ik u daarover nader informeren.’
Wanneer geïnformeerd?
Minister Grapperhaus gaat in de Kamerbrief ook in op het nieuws van afgelopen maandag dat hij al in het voorjaar van 2019 wist dat er een onderzoek liep naar criminele activiteiten bij Pels Rijcken. Over lopende individuele zaken doet de minister in zijn algemeenheid inhoudelijk geen mededelingen. Om die reden heeft hij de Kamer naar eigen zeggen ook niet eerder over de kwestie ingelicht en kon (en kan) hij op die inhoud nu ook niet nader ingaan. ‘Het is hier dan ook zaak mijn verantwoordelijkheid voor het OM te scheiden van mijn verantwoordelijkheid voor het contract dat de Staat heeft met de Landsadvocaat. Vanuit die laatstgenoemde verantwoordelijkheid heb ik uw Kamer geïnformeerd.’
Naar aanleiding van berichtgeving in de media over het moment waarop hij door het OM is geïnformeerd over de zaak meldt Grapperhaus: ‘Mij is in maart 2019 en marge van een overleg, door de voorzitter van het College de vertrouwelijke mededeling gedaan van een embargo onderzoek naar aanwijzingen van mogelijk strafbaar handelen van een notaris van Pels Rijcken. Dit was toen nog in de fase van een oriënterend feitenonderzoek. Daarbij zijn geen verdere details met betrekking tot dit embargo onderzoek gedeeld. Vervolgens ben ik eind augustus 2020 door de plv. voorzitter van het College en marge van een overleg mondeling geïnformeerd dat er inmiddels sprake was van een strafrechtelijke verdenking, dat het strafrechtelijke onderzoek was aangevangen en dat de verdachte zou worden verhoord. Over mededelingen die ik krijg in het kader van een lopend onderzoek, kan ik met het oog op de belangen van opsporing en vervolging geen mededelingen doen. Bovendien geldt bij informatie betreffende een embargo onderzoek, dat deze op mijn ministerie gerubriceerd wordt als Staatsgeheim. Verwerking van dergelijke informatie vindt derhalve alleen plaats bij noodzaak, onder bijzondere beveiligde omstandigheden en alleen door daarvoor aangewezen en gescreende personen. Aangezien de mededelingen van het College mij geen aanleiding tot enig handelen gaven, was het mij niet toegestaan deze informatie met anderen te delen en is dat dan ook niet gebeurd.’
Geen overheden geraakt?
De minister communiceerde vorige week dat de affaire geen dossiers van de staat raakte. Twee dagen later bleek dat andere overheden wel slachtoffer waren: zes provincies en ruim honderd gemeenten hadden € 13,5 miljoen in beheer bij de fraudestichting van de notaris, waarbij € 55.000 is verdwenen. Daarover schrijft Grapperhaus nu aan de Kamer: ‘Het onderzoek van kantoor Houthoff had tot doel te bezien of er aanwijzingen waren dat de notariële werkzaamheden van betrokkene ten behoeve van de Rijksoverheid voldeden aan de daaraan te stellen notariële standaarden. In dit onderzoek zijn dossiers die de Rijksoverheid betreffen onder de loep genomen. Wanneer de onderzoeken van het OM en het BFT zijn afgerond, zal ik u vertrouwelijk nader over het onderzoek en de bevindingen van het kantoor Houthoff inlichten.
Naast de praktijk van de Landsadvocaat, hebben de advocaten en notarissen van het kantoor Pels Rijcken ook andere cliënten dan de Staat. De zaken die ten behoeve van andere cliënten worden behandeld, vallen niet onder het contract dat de Staat heeft met de Landadvocaat. Om die reden heeft het onderzoek van Houthoff zich niet uitgestrekt tot dossiers betreffende gemeenten en provincies. Ik was er ook niet van op de hoogte in de dossiers van welke cliënten zich malversaties zouden hebben voorgedaan, aangezien ik in beginsel enkel zicht heb op dossiers ten behoeve van de Staat.’
Antwoorden Kamervragen over miljoenenfraude bij de landsadvocaat
Geef een reactie