Een Beverwijks accountantskantoor is flink op de vingers getikt door de kantonrechter in een geschil met een klant over een onbetaalde factuur. Het kantoor kwam in 2021 ineens met een factuur aanzetten voor werkzaamheden over de jaren 2016, 2017 en 2018, maar wist niet duidelijk te maken op welke werkzaamheden de declaratie zag. Het kantoor schortte vervolgens ook nog eens ten onrechte het samenstellen van de jaarrekening 2019 voor de ondernemer op omdat hij de factuur niet betaalde.
Daarmee schoot het accountantskantoor toerekenbaar tekort in haar verbintenis tot nakoming, oordeelt de rechtbank Noord-Holland. De klant mocht daarom de overeenkomst met de accountant gedeeltelijk ontbinden, waardoor de kosten voor het samenstellen van de jaarcijfers 2019 aan de klant moeten worden terugbetaald. Ook is het kantoor een schadevergoeding verschuldigd.
Uitspraak: ECLI:NL:RBNHO:2021:1777
Het kantoor, Accountant Adviseurs VanNu, voerde verschillende werkzaamheden uit voor de ondernemer. Daarbij was via een brief van 29 april 2015 een vaste prijs overeengekomen voor een aantal terugkerende werkzaamheden, een grensbedrag waarbinnen VanNu niet tot verrekening zou overgaan en een prijs op basis van nacalculatie voor werkzaamheden die niet in de prijs inbegrepen zijn, zoals advieswerkzaamheden of het begeleiden van boekenonderzoeken. Iemand van het accountantskantoor liet in een e-mail op 12 augustus 2019 aan de ondernemer weten dat hij, bij het vergelijken van de aangeboden werkzaamheden tegen een vaste prijs en de feitelijke uitvoering, tot de vervelende conclusie was gekomen dat de prijs die ze hadden afgesproken voor de vaste werkzaamheden en wat daarbuitenom was gedaan nogal uit de pas liepen.
Opdracht beëindigd
De ondernemer beëindigde daarop de opdracht per het einde van het jaar 2019. Op 4 februari 2020 stuurde VanNu een declaratie naar de ondernemer van € 3.965,84 voor werkzaamheden over de jaren 2016, 2017 en 2018. Ook werd nog een tweede factuur verstuurd. Het kantoor zou nog wel onder meer de jaarrekening 2019 voor de ondernemer samenstellen. VanNu zette de werkzaamheden op een bepaald moment echter ‘on hold’, vanwege de onzekerheid over de vraag of de declaraties zouden worden voldaan.
Ondernemer wil jaarrekening
De ondernemer mailde op 6 april 2020 aan VanNu dat hij de jaarcijfers 2019 op korte termijn nodig had, dat de voorschotnota daarvoor al was betaald en dat VanNu de jaarcijfers dus moest leveren. Op 22 april 2020 liet VanNu echter aan de ondernemer weten dat het kantoor betaald wilde worden voor de diensten die het had geleverd. Dat ze ‘niet met grote nauwkeurigheid meer kan specificeren wat er precies is gedaan’ was geen reden om afscheid te nemen van de vordering. VanNu liet weten vanwege het niet bereiken van een compromis niet bereid te zijn om nog uren te gaan besteden aan het verzorgen van de jaarcijfers 2019 en beriep zich op ‘het wettelijk recht tot compensatie’.
Vordering kantonrechter: over welke werkzaamheden gaat de factuur?
VanNu vorderde daarop uiteindelijk bij de kantonrechter € 1.915,42 van de ondernemer, bestaande uit twee openstaande facturen. Met betrekking tot een factuur van € 264,99 erkende de ondernemer dat hij die verschuldigd was, het geschil draaide vooral om de tweede factuur. Ter zitting stelde VanNu daarover dat het ging om de prijs voor de in de brief van 29 april 2015 genoemde ‘terugkerende werkzaamheden’ voor het jaar 2016. VanNu was er in augustus 2019 achter gekomen dat ze deze nog diende te declareren voor 2016 en heeft dat met de factuur alsnog gedaan, stelde het kantoor.
De kantonrechter is het echter met de ondernemer eens dat die redenering van VanNu niet zonder meer kan worden gevolgd. Er bestaat namelijk om verschillende redenen onduidelijkheid over de aard van de werkzaamheden waar de factuur betrekking op heeft. De conclusie is dat VanNu ten aanzien van de factuur niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De kantonrechter wijst de vordering daarom af.
Tegenvordering ondernemer: tekortkoming van VanNu?
Daaruit volgt dat het beroep van VanNu op opschorting van haar verplichting om de jaarrekening en aangifte IB/PVV 2019 op te stellen niet opgaat, oordeelt de kantonrechter. VanNu heeft immers niet duidelijk gemaakt waarop de factuur ziet. De ondernemer was dus niet gehouden deze te betalen, zolang VanNu die duidelijkheid niet gaf. Dat betekent dat VanNu haar werkzaamheden voor het samenstellen van de jaarrekening en aangifte IB/PVV 2019 niet gerechtvaardigd mocht opschorten en vervolgens staken. Zij is derhalve tekortgeschoten in haar verbintenis tot nakoming. Deze tekortkoming is VanNu toerekenbaar.
Partiële ontbinding – ongedaanmaking
Wegens de tekortkoming van VanNu heeft de ondernemer de overeenkomst met VanNu gedeeltelijk ontbonden, namelijk voor het deel dat ziet op het samenstellen van de jaarcijfers over 2019. Hij was daartoe bevoegd (artikel 6:265 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW), oordeelt de kantonrechter. De ondernemer mocht er onder de gegeven omstandigheden vanuit gaan dat VanNu in de nakoming van haar verbintenis zou tekortschieten. VanNu was dus in verzuim (artikel 6:83 onder c BW). De gedeeltelijke ontbinding heeft tot gevolg dat VanNu de reeds ontvangen prestatie ongedaan moet maken (artikel 6:271 BW), oordeelt de kantonrechter. VanNu heeft de kosten voor het samenstellen van de jaarcijfers 2019 zelf begroot op € 2.365,55 inclusief btw. VanNu moet deze kosten dus aan de ondernemer terugbetalen.
Partiële ontbinding – schadevergoeding
De kantonrechter wijst verder ook nog een kleine schadevergoeding toe. De ondernemer stelde dat hij als gevolg van de ontbinding schade heeft geleden, omdat hij de door VanNu geweigerde werkzaamheden door een andere accountant heeft moeten laten uitvoeren. Dit is schade die op zich voor vergoeding in aanmerking komt (artikel 6:277 lid 1 BW), overweegt de kantonrechter.
Geef een reactie