Arbeidsbemiddelingsbureau en uitzendbureau Werkelixer BV uit Krommenie is bepaald niet te spreken over de accountant, nadat het bedrijf voor vijf oudere werknemers loonkostenvoordeel (LKV) misliep omdat de aanvragen niet tijdig bij de Belastingdienst werden ingediend. Maar aan wie is dat nu te wijten: het accountantskantoor of Werkelixer zelf? Over die vraag boog de rechtbank Noord-Holland zich onlangs, nadat Werkelixer betaling van de gemiste LKV-subsidie eiste van de accountant.
De kantonrechter oordeelt dat het accountantskantoor in één geval haar zorgplicht schond en toerekenbaar is tekortgeschoten door de aanvraag niet bij de Belastingdienst in te dienen. Bij de andere gevallen geldt dat er van onzorgvuldigheid van de accountant geen sprake was. Het accountantskantoor heeft geen waarschuwingsplicht voor het tijdig aanleveren van de stukken, oordeelt de rechtbank. De aanvraag en het verkrijgen van de LKV-subsidie is onderdeel van het verdienmodel van Werkelixer. Gesteld noch gebleken is dat de accountant specifieke kennis over deze regeling heeft of behoorde te hebben. Het blijft daarom de verantwoordelijkheid van Werkelixer te zorgen voor een goed verloop van deze aanvragen.
Uitspraak: ECLI:NL:RBNHO:2021:5072
Als uitzendbureau plaatst Werkelixer onder meer uitzendkrachten van 55+ met een bijstandsverleden bij bedrijven. Sinds 2016 werd met het accountantskantoor een overeenkomst van opdracht gesloten over het verwerken van de administratie van Werkelixer. In 2020 bleek er in vijf gevallen geen loonkostenvoordeel aangevraagd te zijn, waarop Werkelixer het kantoor aansprakelijk stelde voor de geleden schade en eiste dat de misgelopen € 13.900,99 zou worden overgemaakt. Het accountantskantoor erkende dat er dingen mis waren gegaan, maar dat was volgens de accountant niet alleen aan hen te wijten.
Rechtszaak tegen accountant wegens vermeende wanprestatie
Werkelixer spande een zaak aan over de kwestie en lichtte ter zitting de werkwijze van de subsidieaanvraag toe. Na het ondertekenen van de arbeidsovereenkomst met de werknemer van Werkelixer, moet de aanvraag van de LKV-subsidie binnen drie maanden door Werkelixer worden ingediend bij de gemeente of UWV. Zodra de beschikking is ontvangen, stuurt Werkelixer de beschikking naar de accountant. Die dient zorg te dragen voor het verdere proces bij de Belastingdienst en dient Werkelixer op de hoogte te houden. Vervolgens ontvangt Werkelixer de beschikking van de Belastingdienst, waarna het subsidiegeld automatisch wordt overgemaakt.
Werkelixer stelde dat de aanvragen van vijf werknemers niet (tijdig) door het kantoor zijn ingediend bij de Belastingdienst. Hierdoor zou het uitzendbureau schade hebben geleden van € 13.900,99. Werkelixer heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat er sprake is van wanprestatie aan de kant van de accountant.
Wanneer aansprakelijk?
De kantonrechter overweegt dat bij aansprakelijkheid uit opdracht de norm centraal staat dat een beroepsbeoefenaar ten opzichte van zijn cliënt de zorgvuldigheid in acht moet nemen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Daarbij komt het aan op de invulling van de in artikel 7:401 BW vervatte norm dat een opdrachtnemer bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen. De omstandigheden van het geval bepalen of aan die norm is voldaan, waarbij aansprakelijkheid uit wanprestatie in het bijzonder ook de inhoud van de opdracht bepalend is.
Geen waarschuwingsplicht
De rechter overweegt onder meer dat het accountantskantoor geen waarschuwingsplicht had voor het tijdig aanleveren van de stukken. De aanvraag en het verkrijgen van de LKV-subsidie is onderdeel van het verdienmodel van Werkelixer. Gesteld noch gebleken is dat het accountantskantoor specifieke kennis over deze regeling heeft of behoorde te hebben. Het blijft daarom de verantwoordelijkheid van Werkelixer te zorgen voor een goed verloop van deze aanvragen. Bij verschillende misgelopen LKV-subsidies oordeelt de kantonrechter daarom dat een goed verloop van de aanvragen de verantwoordelijkheid van Werkelixer is en de accountant in dat opzicht niets te verwijten valt. Dat Werkelixer na enkele aanvragen geen beschikking van de Belastingdienst heeft ontvangen, is de accountant ook niet te verwijten. Hij hoefde dat ook niet in de gaten te houden, omdat de Belastingdienst haar beschikkingen rechtstreeks naar Werkelixer stuurt. Daarom kan bij vier werknemers niet worden geconcludeerd dat de accountant heeft gehandeld in strijd met een op hem rustende zorgplicht, oordeelt de kantonrechter. Gezien de aan hem verstrekte opdracht heeft de accountant de zorgvuldigheid in acht genomen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. De vordering van Werkelixer ten aanzien van deze vier werknemers wordt afgewezen.
Schending zorgplicht
Bij één werknemer geldt een ander oordeel. De accountant heeft desgevraagd ter zitting erkend dat hij een fout heeft gemaakt en dat de aanvraag niet bij de Belastingdienst is ingediend. Hij heeft hiermee de zorgplicht geschonden en is toerekenbaar tekortgeschoten, oordeelt de rechtbank. Het kantoor dient de schade ten aanzien van deze werknemer aan Werkelixer te vergoeden. Uit de door Werkelixer overgelegde stukken blijkt dat de schade € 727,43 bedraagt. De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Werkelixer gedeeltelijk, voor een bedrag van € 727,42 zal toewijzen. De overige vorderingen worden afgewezen.
Geef een reactie