In 2014 schonk kunstverzamelaar Willem baron van Dedem een waardevol schilderij van Meindert Hobbema aan het Rijksmuseum. De fiscus ging niet akkoord met de belastingaftrek die de familie opvoerde. De rechter geeft de nazaten gelijk.
4,7 miljoen
Het doek, Boslandschap met vrolijk gezelschap in een wagen (1665), kwam in 1992 voor hooguit 2,5 miljoen euro in bezit van kunstverzamelaar Van Dedem (1929-2015) was een bekende verzamelaar van zeventiende eeuwse meesters. Hij bracht het werk, zoals zijn hele collectie, onder in een aantal trusts. In 2010 besloot de familie de constructie met de trusts te ontmantelen. De vijf (volwassen) kinderen van de baron kochten 49 schilderijen. Daarbij werd de Hobbema getaxeerd op circa 4,7 miljoen euro.
9 miljoen
Drie jaar later, ter voorbereiding van de schenking aan het Rijksmuseum, werd het schilderij opnieuw getaxeerd. Dit keer bedroeg de geschatte waarde 9 miljoen euro. Toen Van Dedem in 2015 overleed werden zijn erfgenamen elk voor 1/15e deel eigenaar van het doek, ter waarde van 600.000 euro. Het erfdeel kan een aardig fiscaal voordeel opleveren: wie schenkt aan een museum mag de waarde van het kunstwerk aftrekken van het belastbare inkomens. Hoe hoger de waarde van het geschonken kunstwerk, hoe hoger de aftrekpost. In het geval van de Hobbema was de waarde van de aftrekpost zelfs zo hoog, dat besloten werd het schilderij niet in één keer te schenken, maar in zeven jaarlijkse delen ter waarde van bijna 1,3 miljoen euro elk.
Aftrek gehalveerd
Een kleinzoon had na het overlijden van zijn eigen vader een 1/15e deel van het schilderij van Hobbema in zijn bezit gekregen. Die schenking leverde hem dus een aftrekpost van 600.000 euro op die hij kon uitsmeren over 7 jaar. In zijn belastingaangifte over 2014 voerde hij dan ook een aftrekpost van bijna 86.000 euro op. Maar de fiscus ging niet akkoord. De belastinginspecteur vond het ongeloofwaardig dat de marktwaarde van het schilderij tussen de aankoop door de kinderen in 2010 en de schenking in 2014 bijna zou zijn verdubbeld van 4,7 miljoen tot 9 miljoen euro. De Belastingdienst ging uit van de taxatie uit 2010. Daarmee halveerde de fiscus de aftrekpost van de kleinzoon over 2014.
Rechtszaken
Van Dedem junior vocht dat besluit in 2019 aan. De rechtbank in Arnhem gaf hem in september 2020 gelijk, omdat de kleinzoon volgens de rechter aan de hand van taxatierapporten aannemelijk had gemaakt dat het schilderij tijdens de schenking 9 miljoen euro waard was. De rechter wees er daarbij op dat de fiscus zelf geen enkel taxatierapport had ingebracht. De Belastingdienst was het er niet mee eens en ging in hoger beroep. Daarbij liet de fiscus alsnog een eigen taxatierapport opstellen, waarin een waarde aan het schilderij werd toegekend van 7,5 miljoen euro. Tevergeefs: ook in hoger beroep blijkt het gerechtshof in Arnhem uit te gaan van een waarde van 9 miljoen euro.
Belastinggeld
RTL Z berekende dat dit de familie Van Dedem miljoenen kan schelen. Als alle familieleden de schenking van hun deel van de Hobbema in hun belastingaangiften opvoeren, bedraagt de totale belastingaftrek 9 miljoen euro. Afhankelijk van de belastingschijf waarin zij vallen, kan dat hen een gezamenlijk belastingvoordeel van 3 tot 4,5 miljoen euro opleveren. Dat is het dubbele van het bedrag dat de Belastingdienst wilde toestaan. Bovendien betekent het dat de familie Van Dedem de aankoopsom van de Hobbema uit 2010 grotendeels kan terugverdienen dankzij de aftrekposten. In dat geval zou de schenking van de Hobbema aan het Rijksmuseum de familie Van Dedem in feite nauwelijks iets hebben gekost, en voor een groot deel met belastinggeld zijn betaald.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie