Een fiscalist verkocht zijn cliëntenportefeuille aan het Ridderkerkse Fidor Accountants en Advies en bleef daarna op basis van een overeenkomst van opdracht werkzaamheden uitvoeren voor Fidor. De fiscalist begon echter weer voor zichzelf en overtrad daarbij het relatiebeding dat in de overeenkomst van opdracht was opgenomen, oordeelde de rechtbank Rotterdam onlangs. De fiscalist moet het Zuid-Hollandse accountantskantoor daarom in totaal €70.000,- aan boetes betalen. Fidor had €95.000,- gevorderd.
Aankoop cliëntenportefeuille
Op 22 november 2018 bereikten Fidor en de vennootschap onder firma Rovame-ACN overeenstemming over de aankoop door Fidor van een deel van de cliëntenportefeuille van Rovame-ACN per 1 januari 2019. De fiscalist was één van de vennoten van Rovame-ACN. Het overgenomen deel van de cliëntenportefeuille had een totale omzetwaarde van € 52.785,-. De koopprijs bedroeg € 25.000,-. Op 18 december 2018 werd tussen Fidor en de fiscalist een overeenkomst van opdracht gesloten, die per 1 januari 2019 inging. De opdracht luidde: het verstrekken van fiscale adviezen aan cliënten van Fidor, het fungeren als fiscale vraagbaak binnen Fidor en het organiseren en uitvoeren van fiscale educatie voor werknemers van Fidor.
Website FidorFiscalist richt eigen bedrijf op
Op 1 januari 2019 richtte de fiscalist een eenmanszaak op waarmee hij als belastingadviseur actief werd. Toch bleef hij ook voor Fidor werkzaamheden verrichten, maar met een brief op 5 december 2019 zegde de fiscalist alsnog de overeenkomst van opdracht met Fidor op per 5 januari 2020. In weerwil van deze opzegging bleef de fiscalist tot in januari 2021 werkzaamheden voor (de klanten van) Fidor verrichten. Per 27 mei 2021 ontzegde Fidor de fiscalist de toegang tot het belastingaangifteprogramma Nextens en tot het zakelijke e-mailaccount van de fiscalist bij Fidor.
Rechtszaak
Fidor spande een rechtszaak aan tegen de fiscalist. Volgens het accountantskantoor had de fiscalist negen keer een overtreding van het relatiebeding in de overeenkomst van opdracht begaan, waardoor hij in totaal € 45.000,- aan contractuele boete verschuldigd zou zijn. Dit bedrag diende volgens Fidor te worden vermeerderd met € 1.000,- per dag dat de overtredingen hebben voortgeduurd. Dat deel van de boete werd door Fidor om haar moverende redenen beperkt tot € 50.000,-. In totaal diende dus een bedrag van € 95.000,- aan Fidor te worden betaald, voerde het accountantskantoor aan.
Oordeel rechtbank
Allereerst zal moeten worden beoordeeld per wanneer de overeenkomst van opdracht tussen partijen tot een einde is gekomen, constateert de rechtbank. Partijen zijn het erover eens dat de overeenkomst niet is geëindigd op 5 januari 2020. Overleg tussen partijen heeft ertoe geleid dat de fiscalist zijn werkzaamheden voor Fidor ook na die datum heeft voortgezet. Volgens Fidor is afgesproken dat hij zijn werkzaamheden zou voortzetten c.q. afbouwen totdat Fidor een andere fiscalist zou hebben aangetrokken, wat op 1 januari 2021 het geval was. De fiscalist stelt dat er op 1 januari 2021 nog geen einde aan de (voortgezette) opdracht was gekomen. Volgens hem is er nooit een officiële opzegging door Fidor geweest, zijn de cliënten niet geïnformeerd dat hij niet langer voor Fidor werkzaam was, heeft hij ook na 1 januari 2021 nog werkzaamheden voor Fidor verricht en had hij tot 27 mei 2021 nog toegang tot de systemen van Fidor en tot zijn werkaccount gehad.
Met Fidor is de rechtbank van oordeel dat de samenwerking / de overeenkomst van opdracht per 1 januari 2021 is geëindigd. Op deze datum is bij Fidor een nieuwe fiscalist in dienst getreden. Dat niet alleen Fidor, maar ook de fiscalist zelf ervan uitging dat de opdracht was geëindigd, blijkt uit een eigen e-mailbericht van de fiscalist van 12 januari 2021. Het volgt ook uit zijn laatste factuur aan Fidor, waarbij de fiscalist over de maand januari 2021 nog een laatste 3,25 uur aan werkzaamheden heeft gedeclareerd.
Inhoud van het relatiebeding
Partijen zijn bij de rechtbank ook verdeeld over de inhoud van het relatiebeding zoals opgenomen in artikel 8 van de overeenkomst van opdracht. Dit artikel luidt als volgt:
“Het is Opdrachtnemer verboden gedurende een periode van 24 maanden na beëindiging van de opdracht zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Opdrachtgever:
- werkzaam te zijn ten behoeve van bedrijven of personen die op het moment van beëindiging van de overeenkomst dan wel gedurende twee jaren voorafgaand aan deze beëdiging cliënt van Opdrachtgever of een daarmede gelieerde onderneming zijn geweest (hierna: “relaties”), op welke wijze dan ook, direct of indirect, hetzij tegen vergoeding, het zij om niet;
- de sub a bedoelde relaties direct of indirect in zijn eigen of in het belang van derden te benaderen teneinde hen te bewegen de relatie met Opdrachtgever of een daarmee gelieerde onderneming te beëindigen ten behoeve van een concurrent of zich zelve. De Opdrachtnemer dient zich in het algemeen te onthouden van iedere activiteit die de relatie tussen de opdrachtgever en haar relaties in negatieve zin zou kunnen beïnvloeden.
Indien Opdrachtnemer in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van het bepaalde in dit artikel handelt, zal hij, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 leden 3, 4 en 5 BW aan Opdrachtgever zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, voor ieder overtreding een niet voor rechterlijke matiging of compensatie (zijdens Opdrachtnemer), vatbare boetes verbeuren ten bedrage van € 5.000 en een bedrag van € 1.000 voor elke dag dat de overtreding voortduurt nadat deze zich het eerst heeft voortgedaan, onverminderd het recht van opdrachtnemer om daarnaast volledige schadevergoeding te vorderen.”
Voor zover de fiscalist zich erop beroept dat hij na 1 januari 2021 geen werkzaamheden voor relaties van Fidor heeft verricht zonder haar wetenschap, kan dit hem niet baten. Gelet op de tekst van artikel 8 is eventuele wetenschap aan de zijde van Fidor niet relevant. Relevant is slechts of Fidor (schriftelijk) toestemming heeft gegeven en dat is niet het geval.
Voor zover Fidor bepleit dat artikel 8 naast de onderdelen a) en b) nog een derde, zelfstandig ge-/verbod behelst, waarbij het niet van belang is of de fiscalist werkzaamheden heeft verricht of relaties heeft benaderd om hen te bewegen bij Fidor weg te gaan, wordt dit verworpen. Het is Fidor geweest die de overeenkomst heeft opgesteld en in artikel 8 worden duidelijk twee met aparte letters aangeduide gronden genoemd. De zin na de b-grond kan dan niet achteraf als een zelfstandige grond worden aangevoerd c.q. uitgelegd, te meer niet nu dat een aanzienlijke uitbreiding van de omvang van het relatiebeding zou vormen. In het navolgende zal dus telkens alleen aan de gronden a) en b) van artikel 8 worden getoetst.
Vorderingen
De rechtbank beoordeelt vervolgens op basis daarvan alle afzonderlijke vorderingen van Fidor, die allen gebaseerd zijn op de (vermeende) overtreding van het relatiebeding door de fiscalist. Niet alle vorderingen worden toegewezen, sommigen worden door de rechtbank als onvoldoende onderbouwd beoordeeld. De gevorderde dwangsom wordt wel toegewezen en wordt gemaximeerd tot € 50.000,-. Samengevat is sprake van vier overtredingen alsmede van het voortduren van enkele daarvan. Op basis hiervan is de fiscalist in beginsel een bedrag van 4 * € 5.000,- + € 50.000,- ofwel € 70.000,- verschuldigd geworden aan Fidor.
Beroep op matiging boete
De fiscalist doet bij de rechtbank verder onder meer nog een beroep op matiging van de boete. Toepassing van het boetebeding zou tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat leiden.
Uitgangspunt bij de beoordeling van matiging is de in artikel 6:94 lid 1 BW neergelegde maatstaf dat voor matiging slechts reden kan zijn indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist. Dit brengt mee dat pas van de rechterlijke bevoegdheid tot matiging gebruik mag worden gemaakt als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij zal niet alleen moeten worden gelet op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen (HR 27 april 2007, NJ 2007, 262).
De contractuele boete dient als prikkel tot nakoming van contractuele verplichtingen. Het gaat in deze zaak om schendingen van wezenlijke bedingen, te weten het zich moeten onthouden van het verrichten van werkzaamheden voor relaties van Fidor en van het bewegen van relaties om de band met Fidor te beëindigen. Aard en ernst van de overtreding kan daarom geen aanleiding zijn om de contractuele boete te matigen, oordeelt de rechtbank.
De overige aangevoerde feiten en omstandigheden leveren evenmin grond op voor matiging. Dat Fidor feitelijk niets heeft betaald voor de van Rovame-ACN (en daarmee van de fiscalist) overgenomen cliënten is door de fiscalist wel gesteld, maar door Fidor ter zitting gemotiveerd betwist. Fidor heeft de overeengekomen koopprijs voldaan en daarna werkzaamheden, die door de fiscalist vóór de overname al bij wijze van voorschot bij de klanten in rekening waren gebracht, ‘terug’gedeclareerd bij de fiscalist toen deze na de overname daadwerkelijk werden uitgevoerd. Dit levert een compensatie op met de door de fiscalist ontvangen voorschotten; niet met de koopprijs.
Fidor lijdt voorts wel degelijk schade in die zin dat de eerder overgenomen klanten weer terug (willen) keren naar de fiscalist. Daarbij geldt dat de fiscalist in ten minste drie gevallen werkzaamheden voor die cliënten heeft verricht.
De fiscalist is weliswaar in privé aansprakelijk maar hij heeft geen (verifieerbare) informatie verstrekt over zijn financiële draagkracht zodat ook hier geen rekening mee gehouden kan worden.
Voor zover het beroep op matiging van de boete ook strekt tot het beperken van de duur van het relatiebeding of het terugbrengen daarvan tot een verbod om slechts bepaalde relaties van Fidor te bedienen, zoals de fiscalist lijkt aan te voeren, geldt dat hij hiervoor een vordering in reconventie had dienen in te stellen.
Al met al wordt een boete met een bedrag van € 70.000,- toegewezen.
Geef een reactie