
Een echtpaar heeft grote geldbedragen op hun Turkse bankrekeningen staan en beweert dat het om geleend geld gaat. Ze slagen er echter niet in om dat aannemelijk te maken, oordeelt het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep.
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Een vrouw en haar echtgenoot hebben over de jaren 2010 tot en met 2014 ieder een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO) ontvangen. De vrouw heeft de saldi van de Turkse bankrekeningen van haar echtgenoot niet opgegeven bij het box 3-inkomen van haar aangifte.
Het ging hierbij om forse bedragen; op 1 januari 2010 staat er € 182.000 op de rekening, op 1 januari 2014 ruim € 776.000. In de loop van 2014 is het volledige saldo van deze rekeningen, ongeveer € 793.000, contant opgenomen.
De echtgenoot van de vrouw is op 24 april 2014 samen met drie anderen aangehouden op de luchthaven van Düsseldorf met een flink bedrag in contanten. De vrouw is op 5 maart 2020 veroordeeld wegens het medeplegen van witwassen. Volgens een verklaring van de vrouw zijn de Turkse banktegoeden geen eigen, maar geleend geld.
Geldschieters
De echtgenoot van de vrouw verklaarde dat vijf geldschieters geld aan hem hebben verstrekt, zodat hij dat voor hen op een depositorekening in Turkije kon storten.
Niet-ingezetenen met een Europees paspoort konden volgens hem in die tijd in Turkije een hogere rente krijgen op een eurodepositorekening dan ingezetenen. De vijf getuigen kunnen verklaren dat zij met dit doel geld aan de echtgenoot van de vrouw hebben verstrekt, dan wel daartoe als tussenpersoon hebben gefungeerd, voerde de man aan.
De geldschieters verklaarden vervolgens dat volgens de afspraak met de echtgenoot aan hem 10% van de rentewinst wordt gegeven en dat de echtgenoot het gehele bedrag in 2014 heeft terugbetaald.
Vriendendienst
De verklaringen van de geldschieters komen echter niet overeen met de stelling van de vrouw en de administratie die haar echtgenoot van de door de geldschieters verstrekte leningen zou hebben bijgehouden, constateert het hof. Het totaal van de door de geldschieters verstrekte bedragen overstijgt het bedrag op de bekende bankrekeningen ruimschoots.
Geen van de geldschieters heeft verklaard dat hij in de jaren 2011, 2012 of 2013 een lening aan de vrouw of haar echtgenoot heeft verstrekt, terwijl het saldo van de rekeningen wel toeneemt.
De geldschieters hebben verklaard dat haar echtgenoot in 2014 het gehele bedrag heeft terugbetaald, terwijl volgens de administratie van de echtgenoot van de vrouw al in 2012 en 2013 bedragen terugbetaald zouden zijn.
Haar echtgenoot verklaarde nog dat hij de geldschieters een vriendendienst heeft bewezen, terwijl de geldschieters verklaarden dat hij 10% van de rentewinst heeft ontvangen en dat er wat dat betreft eigenlijk sprake was van een zakelijke overeenkomst.
Beslissing Hof
Volgens het Hof heeft de Inspecteur, met hetgeen hij heeft aangedragen over de rekeningen die op naam van de echtgenoot van de vrouw bij de bank worden aangehouden, aannemelijk gemaakt dat het saldo van deze rekeningen aan de vrouw en haar echtgenoot toekomt.
Voor de stelling van de vrouw dat dit saldo afkomstig is van geldschieters – en (de facto) aan hen toebehoort – heeft zij onvoldoende aangedragen, laat staan dat zij deze schulden aan de geldschieters aannemelijk heeft gemaakt.
Geef een reactie