
De berisping die de Accountantskamer in 2019 oplegde aan een RA houdt in hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) geen stand. Anders dan de Accountantskamer is het College van oordeel dat in de toelichting op een jaarrekening de financiële gevolgen van een activa- passivatransactie afdoende zijn vermeld en voldoende is onderzocht of het bestuursverslag overeenkomstig titel 9 van boek 2 BW is opgesteld.
De BV die de tuchtklacht indiende bij de Accountantskamer had een conflict met een bedrijf (een NV) dat in 2019 in handen is gekomen van een buitenlandse onderneming. Het conflict gaat over de afhandeling van het aandeelhouderschap van de BV. De voormalige aandeelhouder claimde nog een winstaandeel van € 348.716 bij het gerechtshof Amsterdam.
Aanvulling niet voldoende
De RA controleerde de jaarrekening 2018 van de NV en dat leidde tot een goedkeurende verklaring. Maar de voormalig aandeelhouder was het daar niet mee eens. Zo stond in het bestuursverslag niet wat de reden was voor de overdracht van de activiteiten aan het buitenlandse bedrijf en een mededeling over de toekomst ontbrak ook. Na dreigen met een tuchtklacht ging de RA overstag: het jaarverslag werd op die punten aangevuld. De aanvulling bestond eruit dat de overname is ingegeven vanuit het oogpunt van een efficiënte bedrijfsvoering en dat er nog geen besluit is genomen over de toekomst van de vennootschap.
Tuchtklacht
Dat is echter niet voldoende, vindt de klagende partij, maar die vindt verdere aanpassing niet nodig. Er volgt alsnog een klacht bij de Accountantskamer. Die behelst onder meer dat de RA de jaarrekening niet had mogen goedkeuren omdat daarin de reden voor de activa- en passivatransactie, de ontvangen prijs voor de overname en de omvang van de financiële gevolgen van de transactie moeten zijn vermeld. Daarnaast ontbreekt een verklaring over de toekomst en bovendien is de mededeling in de jaarrekening en het bestuursverslag dat alle activa en passiva zijn overgenomen niet juist: de BV had geen toestemming voor schuldoverneming verleend.
Oordeel Accountantskamer, hoger beroep
De Accountantskamer oordeelt dat de RA inderdaad tekortschoot. Onder meer de financiële gevolgen van de overname en de toekomst van het bedrijf zijn onvoldoende inzichtelijk gemaakt, oordeelt de tuchtrechter.
In hoger beroep blijft daarvan echter niets overeind. Naar het oordeel van het College is er geen sprake van niet goed verenigbare informatie die nader onderzocht had moeten worden door de accountant. Anders dan de Accountantskamer is het College bovendien van oordeel dat in de toelichting op de jaarrekening de financiële gevolgen van de activa- passivatransactie afdoende zijn vermeld. De RA heeft dan ook niet in strijd met Standaard 560 (‘Gebeurtenissen na de einddatum van de verslagperiode’) gehandeld.
Bestuursverslag
Het College overweegt over dat een ander klachtonderdeel van de RA in de kern ziet op de vraag of het bestuursverslag voldoende informatie bevat over de toekomst van de BV. Het bestuursverslag vermeldt dat alle activa en passiva van de BV zijn overgedragen aan de NV en dat vanaf 2019 de dienstverlening aan cliënten zal plaatsvinden vanuit de NV. Hoewel deze informatie voor wat betreft de toekomst van de BV vrij summier is en het wellicht meer helderheid zou hebben geboden als expliciet zou zijn opgenomen dat het bestuur de intentie had om de vennootschap zo spoedig mogelijk te liquideren, is het College van oordeel dat hiermee voldoende inzicht is geboden in de verwachte gang van zaken bij de vennootschap. Anders dan de Accountantskamer is het College van oordeel dat de RA voldoende heeft onderzocht of het bestuursverslag overeenkomstig titel 9 van boek 2 BW is opgesteld en dat hij heeft niet gehandeld in strijd met Standaard 720 (‘De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot andere informatie.’). Dit betekent dat voor de accountant geen noodzaak bestond om bij het bestuur van de NV aan te dringen op wijzigingen in het bestuursverslag ten aanzien van de toekomst van de BV.
De slotsom is dat het hoger beroep gegrond is. Het CBb verklaart de ingediende klacht tegen de RA alsnog geheel ongegrond.
Geef een reactie