
Minister Dijkgraaf (OCW) heeft antwoord gegeven op Kamervragen naar aanleiding van het artikel ‘Universiteit van Amsterdam geeft Netflix belastingadvies vermomd als wetenschappelijk onderzoek’ op onderzoeksplatform Follow the Money (FTM). Pieter Omtzigt had de vragen gesteld.
Het Amsterdam Centre for Tax Law (ACTL) van de Universiteit van Amsterdam benaderde Netflix in augustus 2020 voor een belastingonderzoek. Om het contract binnen te halen werden in een memo allerlei voordelen voor de streamingdienst opgesomd, zoals het uitleggen van het businessmodel van Netflix aan de buitenwereld. Het bedrijf lag op dat moment flink onder vuur vanwege haar agressieve belastingbeleid. Netflix betaalde uiteindelijk ruim 550.000 euro voor deelname.
Kamervragen
Minister Dijkgraaf antwoordt nu onder meer: ‘De voordelen die worden genoemd in het memo zijn niet opgenomen in de afspraken en voorwaarden die zijn vastgelegd in de overeenkomst. De UvA geeft aan dat de voordelen op generlei wijze onderdeel zijn van de overeenkomst, noch van de onderzoekssamenwerking en dat deze niet aan Netflix zijn toegezegd. Daarnaast zijn volgens de UvA de in het memo genoemde voordelen niet toegekend, met andere woorden de in het memo opgenomen voordelen hebben volgens de UvA in de praktijk niet zijn beslag gekregen. De UvA heeft aangegeven delen van het memo niet passend te vinden. Naar mijn mening wekt het bestaan van het memo naast de overeenkomst de schijn van afhankelijkheid en belangenverstrengeling.’
Onderzoekssamenwerking met het bedrijfsleven
Dijkgraaf: ‘In algemene zin vind ik onderzoekssamenwerking met het bedrijfsleven een belangrijk element in ons onderwijsstelsel. Het zorgt ervoor dat wetenschappelijk onderzoek goed aansluit bij maatschappelijke uitdagingen en dat innovatie wordt gestimuleerd. Tegelijkertijd moet worden geborgd dat er geen vermenging plaatsvindt van commerciële belangen en de inhoud van het wetenschappelijk onderzoek. Dit wordt gedaan door kaders binnen de kennisinstellingen, waaronder de NGWI.
In de getekende overeenkomst met Netflix is de wetenschappelijke integriteit expliciet geborgd, onder andere door de principes van goed wetenschappelijk onderzoek, zoals weergegeven in de NGWI en de European Code of Conduct for Research Integrity, van toepassing te verklaren op het onderzoek. Zoals hierboven aangegeven, heeft de UvA bevestigd dat de voordelen die worden genoemd in het memo geen onderdeel zijn van de overeenkomst noch van de onderzoekssamenwerking.
Zoals eerder aangegeven, ben ik van mening dat het bestaan van het memo naast de overeenkomst de schijn van afhankelijkheid en belangenverstrengeling wekt. De UvA heeft aangegeven dat naast het gebruikelijke toezicht op de wetenschappelijke integriteit bij het aangaan en uitvoeren van onderzoek, een interne evaluatie zal plaatsvinden naar de uitvoering van het CPT-project, mede in het licht van de NGWI. Ik heb de UvA gevraagd bij deze evaluatie de vraag mee te nemen hoe het heeft kunnen gebeuren dat dit memo is opgesteld. Niet alleen de overeenkomst, maar ook het pad naar een overeenkomst toe (het proces) moet immers integer worden uitgevoerd.’
Geef een reactie