Huidige situatie
Woningcorporaties met meer dan 5.000 gewogen verhuureenheden (vhe) hebben op dit moment de OOB-status. Dit moest leiden tot een hogere kwaliteit van de informatievoorziening en interne beheersing van woningcorporaties. De invoering van de OOB-status komt voort uit het advies van de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties uit 2014. Vanwege het maatschappelijk belang van de corporatiesector werden aanvullende waarborgen voor een adequate controle op corporaties nodig geacht. Op grond van adviezen uit de sector is destijds voor een drempel van 5.000 vhe gekozen. Deze grens was gewenst om een disproportionele impact op kleinste corporaties en capaciteitsproblemen bij OOB-accountants te voorkomen. Met de herziening van de Woningwet in 2015 zijn daarnaast ook andere waarborgen geïntroduceerd om de risico’s bij corporaties te beheersen, zoals een duidelijke scheiding van taken, onafhankelijk toezicht door de Autoriteit woningcorporaties (Aw) en een geschiktheidstoets voor bestuurders.
Onderzoek
Op basis van de huidige regels heeft meer dan de helft van alle corporaties de OOB-status. Diverse signalen uit de sector waren vorig jaar aanleiding om de passendheid en proportionaliteit van de grens van 5.000 vhe te heroverwegen. Hierop is in een brief van juli 2023 het voornemen gecommuniceerd om de grens bij de eerstvolgende wijziging van het Besluit toezicht accountantsorganisaties (Bta) te verhogen tot 10.000. Deze wijziging heeft nog niet plaatsgevonden. In diezelfde brief is een onderzoek aangekondigd naar een mogelijk passender criterium voor de OOB-status dan het aantal verhuureenheden. Dat onderzoek heeft de minister de afgelopen maanden laten uitvoeren en daarbij is ook de vraag gesteld wat de meerwaarde van de OOB-status is voor woningcorporaties en welke kosten dit regime met zich meebrengt.
Uitkomsten
De belangrijkste conclusies en constateringen uit het onderzoek zijn de volgende:
- De OOB status lijkt voor corporaties wel enige meerwaarde te hebben. De potentiële meerwaarde van de OOB-status voor corporaties zit vooral in de extra eisen die aan een OOB-accountant worden gesteld. Hoe groot die meerwaarde is, is niet objectief vast te stellen. De OOB-status leidt tot beperkte meerkosten voor corporaties;
- In de toekomst zou de grens ook naar 20.000 vhe kunnen, zonder grote risico’s. Er zijn momenteel zes accountantsorganisaties die wettelijke controles mogen uitvoeren bij OOB’s, waardoor de keuze voor corporaties met een OOB-status beperkt is. Belangrijk is daarbij dat sinds 1 januari 2022 ook niet-OOB accountantsorganisaties onder toezicht staan van de Autoriteit Financiële Markten. Dit zal naar verwachting de kwaliteit van de accountantscontrole bij niet-OOB accountantsorganisaties verbeteren en dichter bij die van OOB-kantoren brengen. Bovendien is de kwaliteit van de risicobeheersing bij woningcorporaties flink verbeterd door de extra waarborgen in de Woningwet. Gelet op deze beide aspecten is een verhoging tot 20.000 vhe mogelijk zonder dat de eerder gerealiseerde kwaliteitsverbetering bij corporaties teniet wordt gedaan; en
- Er is geen passender criterium gevonden voor het toekennen van de OOB-status dan het aantal vhe. Een alternatief dat het meest genoemd werd is een risico-gewogen criterium. Voor een dergelijk criterium geldt echter dat deze subjectieve elementen bevat en ook minder voorspelbaar is. Het aantal verhuureenheden is eenvoudig objectief vast te stellen en is ook het meest voorspelbaar. Daarmee is dit het meest uitvoerbare criterium.
Grens voor OOB-status naar 20.000 gewogen verhuureenheden
Naar aanleiding van het onderzoek heeft de minister besloten om de grens voor de OOB-status van woningcorporaties te verhogen tot 20.000 gewogen vhe, schrijft ze in de Kamerbrief:
“Hoewel ik eerder een verhoging naar 10.000 vhe heb toegezegd, blijkt uit het onderzoek deze verdere verhoging naar verwachting niet tot grotere risico’s leidt. Met deze extra stap beoog ik de regeldruk voor een grotere groep woningcorporaties te beperken. Na verhoging van de grens blijven op basis van de huidige gegevens 25 woningcorporaties over met de OOB-status. De extra kwaliteitswaarborgen van een accountantscontrole door een OOB-accountantsorganisatie acht ik passend voor deze grote woningcorporaties.
Ondanks het feit dat corporaties met minder dan 20.000 vhe straks geen OOB meer zijn, is de kwaliteit van de accountantscontrole en interne risicobeheersing bij deze corporaties een onderwerp dat blijvende aandacht verdient. De Aw houdt risicogericht toezicht op de woningcorporaties en maakt daarvoor onder meer gebruik van informatie die van accountants afkomstig is. Ik vind het belangrijk dat die informatie van goede kwaliteit is en blijft. Daarom blijf ik met de sector in gesprek om het kwaliteitsniveau van de accountantscontrole bij corporaties te monitoren en bij te sturen indien nodig.
Mijn voornemen is om deze aanpassing mee te laten lopen in de komende wijziging van het Besluit toezicht accountantsorganisaties (Bta) behorend bij de Wijzigingswet accountancysector. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2026. De nieuwe regels met betrekking tot de OOB-status gelden dan direct voor de accountantscontrole over boekjaar 2025. Accountants en woningcorporaties kunnen hier vooraf al rekening mee houden. Mocht de genoemde wetswijziging onverhoopt vertraging oplopen, dan is er de optie van aanpassing van de OOB-grens met een separate wijziging van het Bta.”
Geef een reactie