Dit blijkt uit onderzoek van spaarplatform Raisin. De gemiddelde spaarrentes op vrij opneembare spaarrekeningen, waarop het gros van het spaargeld geparkeerd staat, lagen in 2024 op het hoogste niveau sinds 2013. De rentes bleven volgens gegevens van De Nederlandsche Bank (DNB) het hele jaar stabiel, op gemiddeld 1,47%. Ook de rentes op termijndeposito’s bleven stabiel, en een procentpunt hoger, op 2,53%. Met een gemiddelde inflatie in 2024 van 3,3%, blijven doorsnee spaarders zitten op een koopkrachtverlies.
Vrij opneembaar
Het gros van het Nederlands spaargeld staat op vrij opneembare spaarrekeningen: zo’n 391 miljard euro op een totaal van 483 miljard euro. Omdat de rentes op deze rekeningen ver achterblijven op de inflatie, verliezen Nederlanders dit jaar samengerekend zo’n 7,6 miljard euro aan koopkracht op spaargeld dat bij Nederlandse banken aangehouden wordt.
Koopkracht
Ook in de afgelopen jaren slaagde de gemiddelde spaarder er niet in om de koopkracht van spaargeld op peil te houden. Zo bedroeg het verlies op spaargeld na inflatie op een vrij opneembare spaarrekening maar liefst 9,1% in 2022. In vijf jaar tijd is gemiddeld zo’n 16,5% aan koopkracht op vrij opneembaar spaargeld verdampt. Spaardeposito’s weten hun waarde beter te behouden, met een verlies van ongeveer 10,2% in vijf jaar tijd.
Verdampen
Jasper Berkhout, onderzoeker bij Raisin, drukt spaarders op het hart om in actie te blijven: “In 2024 constateerde de Autoriteit Consument & Markt (ACM) dat er te weinig concurrentie is op de spaarmarkt. Dit zorgt ervoor dat nog té veel mensen genoegen nemen met een lage rente. Door de inflatie verdampt spaargeld ieder jaar opnieuw. Spaarders moeten actief blijven, want er zijn hogere rentes beschikbaar op de markt.”
Bron: Raisin
Geef een reactie