
De AA is mede-eigenaar en kwaliteitsbepaler van een accountantskantoor met twee vestigingen. Bij de kantoortoetsing in 2021 waren er twee accountants werkzaam; de toetsers constateerden dat drie van de vier bekeken dossiers onvoldoende waren. Daarna is een verbeterplan opgesteld en goedgekeurd.
Te snelle hertoetsing
In december 2022 is een hertoetsing uitgevoerd; toen was er inmiddels een tweede kwaliteitsmanager aangesteld. De uitkomst was niet goed: deze keer zijn alle vier de getoetste dossiers als onvoldoende beoordeeld. De NBA dient daarom een tuchtklacht in omdat het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet jaarlijks wordt geëvalueerd en uit de dossiers blijkt dat het kwaliteitssysteem van het accountantskantoor vanaf in elk geval het najaar van 2021 niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
De kantooreigenaar stelt daar tegenover dat de hertoetsing te snel na de eerste toetsing heeft plaatsgevonden, zodat er onvoldoende tijd was om verbeteringen door te voeren. Hij vindt ook dat begeleiding door de NBA meer zou helpen dan een tuchtklacht.
De AA delft het onderspit bij de Accountantskamer. Bepaald is immers dat het verbeterplan moet zijn uitgevoerd binnen één jaar na het eerste eindoordeel. De hertoetsing heeft na die termijn plaatsgevonden. “Daarbij wijst de Accountantskamer erop dat betrokkene direct na de eerste toetsing in september 2021 al had kunnen starten met het doorvoeren van verbeteringen. Betrokkene hoefde daarmee niet te wachten tot het verbeterplan was goedgekeurd.” Bovendien is het de verantwoordelijkheid van de AA om ervoor te zorgen dat het accountantskantoor voldoet aan de geldende eisen, niet van de NBA, stelt de tuchtrechter.
Evaluatie is evaluatie
Met betrekking tot de klacht over de evaluatie brengt de AA naar voren dat de werking van het kwaliteitssysteem niet alleen is af te meten aan het uitvoeren van een kwaliteitsevaluatie. Zo is er na de eerste toetsing een derde accountant in dienst getreden, die ook is aangesteld als kwaliteitsmanager. Deze nieuwe accountant heeft meer dan 100 dossiers doorgenomen om ze op kwaliteit te toetsen. Bepaalde zaken zijn besproken en aangepast in onder andere werkprogramma’s en het jaarrekeningmodel. Op elk dossier vindt een interne review plaats waarover wordt gerapporteerd. Dat zou je ook kunnen zien als een toets op de werking van het kwaliteitssysteem, probeert de AA.
Maar de Accountantskamer stelt droogjes vast dat in het handboek van het accountantskantoor is vastgelegd dat de evaluatie van het stelsel van kwaliteitsbeheersing eens per drie jaar moet plaatsvinden, terwijl de NVKS eens per jaar voorschrijft. Dat er op basis van 100 dossiers aanpassingen zijn gedaan, is nergens vastgelegd.
De AA stelt vergeefs dat de tekortkomingen in de dossiers geen invloed hebben gehad op het (materiële) inzicht van de gebruikers van de jaarrekeningen. “Het belang van een juiste jaarrekening is niet beperkt tot het inzicht van de cliënt van het accountantskantoor in de financiële omstandigheden van de betreffende onderneming.”
Passief en naïef opgesteld
De inschrijving van de AA wordt voor de duur van een jaar doorgehaald. “De Accountantskamer neemt in aanmerking dat betrokkene zich bij de start van zijn accountantskantoor onvoldoende lijkt te hebben gerealiseerd aan welke vereisten een accountantskantoor moet voldoen. Hij heeft zich daarbij passief en naar het zich laat aanzien ook naïef opgesteld. Betrokkene heeft na de eerste toetsing weliswaar ondersteuning van de [bedrijfsnaam] Adviesgroep ingeroepen en een derde accountant in dienst genomen, maar desondanks zijn er bij de hertoetsing in alle getoetste dossiers ernstige en basale tekortkomingen geconstateerd. Ook op de zitting heeft betrokkene onvoldoende inzicht getoond in de ernst van deze tekortkomingen en heeft hij niet duidelijk kunnen maken hoe hij het kwaliteitssysteem van zijn accountantskantoor wel op het gewenste niveau zou kunnen krijgen. Betrokkene komt over als een kwaliteitsbepaler die onvoldoende inzicht heeft in de toepasselijke regelgeving.”
Accountantskamer uitspraak 24/1996 AA
Controleopdrachten gestaakt
De RA loopt in de tweede tuchtzaak tegen een berisping aan vanwege een hertoetsing die in 2021 als oordeel ‘voldoet niet’ opleverde. Zijn kantoor kreeg nog een kans op een aanvullende hertoetsing, waarbij een samenstellingsopdracht en een vrijwillige controleopdracht zijn betrokken. Die laatste voldeed niet. De RA laat in reactie daarop zelf weten dat hij de enige accountant is. “Hierdoor is er sprake van een beperkte ruggespraak binnen de opgezette controleteams op de toepassing en uitvoering van NVCOS op lopende opdrachten.” Het kantoor besluit daarom geen controleopdrachten op jaarrekeningen meer uit te voeren.
NVKS en niet Wta van toepassing
De hertoetsing leidt wel tot een tuchtklacht. Bij zijn verweer trekt de RA aan omvangrijke juridische trukendoos open, onder meer verwijzend naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Dat oordeelde eerder dat de aard, ernst en hoeveelheid van de tekortkomingen in de controlewerkzaamheden van de externe accountant op zichzelf beschouwd onvoldoende zeggen over een eigenstandige gedraging van de accountantsorganisatie om een overtreding van de zorgplicht te kunnen vaststellen. In het accountantstuchtrecht zou daarnaast geen risicoaansprakelijkheid gelden voor individuele accountants voor de kwaliteit van het stelsel van de accountantsorganisatie.
Die argumenten gaan echter over de Wet toezicht accountantsorganisaties en die is niet van toepassing omdat het accountantskantoor van de RA geen wettelijke controleopdrachten verricht. Er werden ten tijde van de (her)toetsing vrijwillige controles, beoordelingsopdrachten en samenstellingsopdrachten uitgevoerd, waarop de NVKS van toepassing is. “De primaire normadressaat van de NVKS is, anders dan bij de Wta, de individuele accountant in de hoedanigheid van (onder andere) kwaliteitsbepaler en/of eindverantwoordelijke accountant.”
Ook bij hertoetsing dossiers beoordelen
Bij de hertoetsing is vastgesteld dat het verbeterplan correct is geïmplementeerd. Daar had het volgens de RA bij moeten blijven, maar er zijn ook nog dossiers beoordeeld. Daarom was er eigenlijk sprake van een reguliere toetsing, brengt de accountant nog naar voren. Dat slaagt niet, want ook bij een hertoetsing moet worden beoordeeld of het kwaliteitssysteem in opzet en werking voldoet aan de gestelde eisen. Dat er andere aspecten zijn belicht, maakt niet uit. “Het is aan betrokkene om ervoor te zorgen dat de geselecteerde dossiers bij de (aanvullende) hertoetsing voldoen aan alle daaraan te stellen eisen en niet alleen eerder vastgestelde tekortkomingen zijn hersteld.”
Niet representatief?
De RA probeert het nog met het argument dat bij de toetsing van de vrijwillige controledossiers (van een tuincomplex en een reisbureau) niet is gekeken naar de aard van de uitgevoerde opdrachten, waardoor te veel aandacht is besteed aan posten die voor deze opdrachten niet representatief waren. Ook daar heeft de tuchtrechter geen boodschap aan, want dat bezwaar is eerder niet op tafel gekomen; de RA heeft zich toen akkoord verklaard met de uitkomsten van het dossieronderzoek. Daaruit kwam onder meer dat bij het tuincomplex niet blijkt dat is voldaan aan de vereisten uit de Wwft. “Uit het dossier blijkt niet dat onderzoek is gedaan naar eventuele politiek prominente personen (PEP).”Ook heeft betrokkene onvoldoende weersproken dat uit dit controledossier niet blijkt dat er een controle is uitgevoerd naar de rechtmatigheid van kosten, terwijl dat op grond van de subsidieverordening van de gemeente wel had gemoeten.”
Het reisbureau is al sinds 2010 klant. “Volgens de toetser ontbreekt een adequaat gemotiveerde vastlegging dat deze langdurige betrokkenheid geen bedreiging vormt voor de onafhankelijkheid.” Simpelweg vastleggen dat daar geen sprake van is, is niet voldoende.
Besluit prijzenswaardig
De RA krijgt een berisping omdat alle controleklanten zijn overgedragen aan een ander accountantskantoor. “Dit besluit is prijzenswaardig en de Accountantskamer heeft ook geen twijfel dat dergelijke opdrachten sindsdien niet meer zijn uitgevoerd of zullen worden uitgevoerd. Omdat het kwaliteitssysteem ten aanzien van de beoordelings- en samenstellingsopdrachten wel voldoende is bevonden, bestaat geen aanleiding om betrokkene een (tijdelijke) doorhaling op te leggen.”
Gelijk levenslang royeren
Zet er ook even de naam het maatschappelijk heeft recht op die info.
Waarom namen nooit worden gepubliceerd is mij een raadsel, hoewel het zichtbaar is in het register.