
Tussen 2008 en 2012 sloot IJsvogel verschillende renteswaps af bij ABN AMRO om het renterisico op variabele leningen te beperken. Met deze swaps werd een vaste rente overeengekomen, waardoor de onderneming beschermd zou zijn tegen rentestijgingen. Door de financiële crisis daalden de rentetarieven echter fors, waardoor de renteswaps een negatieve waarde kregen. Dit leidde tot aanzienlijke betalingsverplichtingen voor IJsvogel bij voortijdige beëindiging van de swaps.
In een rechtszaak stelde IJsvogel stelde dat ABN AMRO haar zorgplicht had geschonden door onvoldoende te waarschuwen voor de risico’s van renteswaps. Volgens het concern had de bank niet voldoende uitgelegd dat deze producten bij dalende rentes nadelige financiële gevolgen konden hebben. Daarnaast zou ABN AMRO onvoldoende hebben gewezen op de kosten bij voortijdige beëindiging van de contracten.
Oordeel van de rechtbank
De rechter concludeerde dat ABN AMRO niet onzorgvuldig heeft gehandeld en dat de bank niet aansprakelijk is voor de verliezen. Een belangrijke overweging hierbij was dat de toenmalige financieel directeur van IJsvogel een registeraccountant was en al eerder met renteswaps en derivaten te maken had gehad. Ook verklaarden bestuurders in 2008 zelf dat zij “enige kennis” hadden van deze producten en bereid waren de risico’s te accepteren.
De rechtbank stelde dat de zorgplicht van een bank afhankelijk is van de expertise van haar klanten. Voor niet-professionele beleggers geldt een ruimere zorgplicht, waarbij een bank explicieter moet waarschuwen en adviseren. Voor professionele partijen zoals IJsvogel ligt die verantwoordelijkheid anders. De rechter vond dat ABN AMRO erop mocht vertrouwen dat IJsvogel de risico’s van renteswaps begreep en dat aanvullende waarschuwingen niet nodig waren.
Financiële schade
Toen de renteswaps in 2012 werden beëindigd, hadden deze een negatieve waarde van € 300.781 (Boerenbond) en € 180.468 (Bowog). In 2018 en 2019 werden nieuwe renteswaps definitief afgewikkeld, wat leidde tot verdere verliezen van € 350.600 voor Bowog en € 494.420 voor Boerenbond. Ondanks deze financiële gevolgen vond de rechter geen toereikend bewijs dat ABN AMRO verantwoordelijk was voor de geleden schade.
De uitspraak bevestigt dat banken een beperkte zorgplicht hebben tegenover professionele partijen met ervaring in financiële producten. Dit betekent dat dergelijke bedrijven geacht worden zelf \de risico’s van complexe financiële instrumenten zoals renteswaps te kunnen inschatten. IJsvogel moet zelf opdraaien voor de financiële consequenties van de afgesloten renteswaps.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie