
De kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen beantwoordde een vraag over een Duits bedrijf dat onder andere een pensioenregeling aanbiedt aan een specifieke beroepsgroep. Dat deed een verzoek om teruggave van dividendbelasting. Daarbij deed het ook een beroep op de subjectieve vrijstelling in de Wet op de vennootschapsbelasting. De vraag daarbij is of die subjectieve vrijstelling van toepassing zou zijn als het bedrijf in Nederland zou zijn gevestigd.
Sociale verzekering of niet?
De subjectieve vrijstelling geldt voor verzekeraars die (bijna) uitsluitend risicodrager zijn voor sociale verzekeringen. En aan die voorwaarde wordt niet voldaan, aldus de fiscus. Het bedrijf kent een verplichte deelname aan een pensioenregeling voor een specifieke beroepsgroep binnen een Bondsland. Daarnaast bestaat voor de deelnemer de mogelijkheid om een deel van een sociale verzekering (de zogenoemde Gesetzliche rente) vrijwillig via het fonds te laten verlopen. Er is ook de mogelijkheid tot een afkoopsom in het geval van echtscheiding en restitutie van betaalde premies.
Voor pensioenverzekeringen is een specifieke vrijstelling opgenomen in de wet. Daarom kan worden afgeleid dat pensioenverzekeringen niet worden gerekend tot de sociale-verzekeringswetten als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel f Wet Vpb 1969. “Een verklaring daarvoor kan worden gevonden in het niet-generieke karakter van pensioenverzekeringen.”
Verplichte deelname bepalend
Maar de Belastingdienst neemt wel aan dat de onderhavige bepaling ook van toepassing moet worden geacht op een buitenlandse regeling die naar aard en strekking overeenkomt met de Nederlandse sociale-verzekeringswetten. “Hoewel [het bedrijf] is ingesteld op basis van een lokale Duitse wet en zich bezighoudt met in die wet omschreven activiteiten, zien die activiteiten naar de mening van de kennisgroep niet (nagenoeg uitsluitend) op het verzekeren van risico’s krachtens de sociale-verzekeringswetten. Kenmerkend voor een sociale verzekering is ten eerste de verplichte deelname. Deelname aan de aangeboden regeling heeft enkel voor een bepaalde beroepsgroep een verplicht karakter. Daarnaast kent de regeling ook een vrijwillig karakter. De kennisgroep is van mening dat deze regeling door de vrijwillige deelname niet het verplichte karakter heeft van een sociale verzekering.”
Geef een reactie