In de deze week door de Kamer aangenomen tijdelijke wet testbewijzen COVID-19 worden werknemers uitgezonderd van een testverplichting. De Vakcentrale voor Professionals (VCP) is er echter niet gerust op dat deze norm op de werkvloer ook concreet vorm zal krijgen en wijst werkgevers er op dat werknemers nooit gedwongen mogen worden om een coronatest te doen.
Signalen van dwang
De VCP wil voorkomen dat werknemers via een glijdende schaal in een testsamenleving komen, betoogt de koepel van vakorganisaties voor onder andere de politie, ambtenaren en zorgmedewerkers. De vakcentrale zegt signalen te krijgen dat werkgevers personeel dwingt een test te doen. “Wij horen dat werkgevers testen op de werkvloer introduceren”, zegt VCP-voorzitter Nic van Holstein. “Juridisch wordt er geschermd met het tijdelijke arbeidsomstandighedenbesluit en het instructierecht, maar die zijn daar helemaal niet voor bedoeld.”
Duidelijke norm
Volgens de VCP spreekt de tijdelijke wet testbewijzen COVID-19 duidelijke taal over het testen van werknemers. “De norm is simpelweg dat je werknemers daar niet toe kunt verplichten, onder meer omdat de lichamelijke integriteit te zwaar weegt en er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie. Werkgevers moeten er met minder ingrijpende maatregelen voor zorgen dat hun werknemers niet besmet raken, zoals afstand houden en handen wassen. De VCP is blij dat de wetgever die norm zo duidelijk heeft gesteld. Wij hebben daar ook op aangedrongen.”
Verplichting alleen voor bezoekers
De tijdelijke wet testbewijzen COVID-19 moet ervoor zorgen dat mensen via testen eenvoudiger een bezoek kunnen brengen aan een museum, theater of evenement. Voor bezoekers geldt de verplichting om zich te laten testen wel, voor medewerkers nadrukkelijk niet. Uit de Fieldlabs is overigens naar voren gekomen dat veel medewerkers bereid zijn zich vrijwillig te laten testen. Maar een werkgever mag dat dus niet eisen van een werknemer.
Geef een reactie