Het advies dat een accountant-administratieconsulent eind 2005 gaf aangaande de fiscale mogelijkheden en gevolgen van de overdracht van een boerenbedrijf, leidde eind vorig jaar tot een tuchtklacht. Volgens de klager had de betrokken accountant kritischer moeten zijn en is het aan hem te wijten dat de partijen geen gelijke behandeling hebben genoten. Hij zou hiermee hebben gehandeld in strijd met de gangbare gedrags- en beroepsregels.
In 2006 werd het bedrijfsaandeel overgedragen op één van de kinderen. Beide andere kinderen werden daarbij eigenaar van de bijbehorende woonboerderij. Aangezien het vruchtgebruik van de woonboerderij bij de ouders bleef, resulteerde dit voor de klager in zowel eigenaarslasten als in woonlasten voor het eigen huis. In 2011 is de laatstgenoemde hypothecaire lening daarom overgegaan op de ouders. Toch leidde dit uiteindelijk alsnog tot een aanklacht.
De Accountantskamer laat het in het midden of betrokkene verantwoordelijk is te achten voor het handelen en/of nalaten waarover wordt geklaagd. Conclusie: de klacht is niet-ontvankelijk verklaard.
Geef een reactie