Een AA houdt bij de waardeverdeling van aandelen een ongefundeerde waardepeildatum aan en stelt de civiele rechter niet in staat om objectieve waarheidsvinding toe te passen bij het beslechten van het geschil. Hij ontvangt daarvoor een waarschuwing.
Na het verbreken van de relatie leverde de aandeelhouder in deze zaak 40% van de aandelen aan haar ex, maar vroeg zich af of het bedrag (€ 310.000,-) wel eerlijk was bepaald. Onderzoek volgde om de waarde van deze aandelen te bepalen. Voor zijn waardering/rapportage hield de accountants-administratieconsulent echter zonder goede reden een latere waardepeildatum aan, in plaats van de waarde per transactiedatum. Vervolgens lichtte hij in zijn rapportage niet toe waarom hij deze afwijkende, latere datum aanhield en gaf hij ook niet aan wat de invloed van gebeurtenissen na transactiedatum op de door hem bepaalde waarde had gehad. Ten onrechte liet de accountant na om de bedrijfsleiding te bevragen over toekomstig bedrijfsbeleid en daarmee verband houdende kasstromen.
De Accountantskamer acht de klacht gedeeltelijk gegrond. De AA heeft zijn verantwoordelijkheid om steeds ook in het algemeen belang te handelen verzaakt en zodoende in casu de civiele rechter niet in staat gesteld bij het beslechten van het geschil objectieve waarheidsvinding toe te passen. De accountant krijgt hiervoor een waarschuwing.
Uitspraak accountantskamer: procedure 16-848 AA
Geef een reactie