Bij een samenstellingsopdracht hebben twee accountants geen persoonlijk contact gehad met de vertegenwoordigers van een aantal entiteiten. Ook scheppen ze geen duidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de opdracht.
Een belastingadviseur was sinds 2010 adviseur van een aantal entiteiten en verzorgde in die hoedanigheid hun fiscale aangiften, voerde hun administratie en stelde hun jaarrekeningen op. In 2013 mailt hij de vertegenwoordigers van de entiteiten dat zijn kantoor nauw gaat samenwerken met een accountantskantoor. Voor de entiteiten zou er echter niets veranderen.
De twee AA’s van het accountantskantoor stellen de jaarrekeningen 2013 en 2014 vast van twee van de entiteiten. Voorafgaand aan de opdracht is er geen persoonlijk contact geweest met de vertegenwoordigers van de entiteiten. Deze vertegenwoordigers hebben alleen contact gehad met hun belastingadviseur. De AA’s hebben geen aan de entiteiten gerichte stukken overlegd waaruit blijkt dat zij of één voorafgaand aan de door hen te verrichten werkzaamheden kenbaar hebben gemaakt dat zij verbonden zijn aan of werkzaam zijn bij het accountantskantoor. En dat zij of één van hen (in plaats van de adviseur) verantwoordelijk zijn/is voor te verrichten samenstellingswerkzaamheden.
Standaard 4410 (oud)
Hadden ze dat wel gedaan, dan had in elk geval ten dele voldaan kunnen worden aan de verplichtingen uit Standaard 4410 (oud). Deze zeggen dat een accountant voorafgaand aan de uitvoering van de opdracht persoonlijk contact moet hebben met een vertegenwoordiger van de entiteit. Zo kan hij zich op basis van eigen waarneming een oordeel vormen over de bedrijfsactiviteiten van de entiteit en over de persoon of personen die de entiteit vertegenwoordigen. Naleving van deze normen vergt evenzeer dat de accountant die een opdracht zoals bedoeld in Standaard 4410 aanvaardt, aan zijn opdrachtgever duidelijk kenbaar maakt (bij voorkeur in een opdrachtbevestiging en bij voorkeur voorafgaand aan de uitvoering van de opdracht) dat hij verantwoordelijkheid draagt voor te verrichten (samenstellings-)werkzaamheden en aan welke entiteit hij is verbonden of bij welke entiteit hij werkzaam is. Met deze verplichtingen wordt ook het belang gediend dat een opdrachtgever in vrijheid moet kunnen beslissen aan welke accountant en aan welke accountant hij een opdracht verstrekt. Naleving van deze verplichtingen vergemakkelijkt het instellen van een onderzoek naar de integriteit van een cliënt.
De accountant die bij de jaarrekeningen 2013 en de jaarrekeningen 2014 samenstellingsverklaringen heeft afgegeven, heeft de bovenstaande verplichtingen tot twee maal toe niet nageleefd. De accountant die alleen de samenstellingsverklaringen bij de jaarrekeningen 2014 mede heeft ondertekend, is die verplichtingen eenmalig niet nagekomen.
Maatregel
De Accountantskamer acht in deze klachtzaak de oplegging van de maatregel van waarschuwing aan beide accountants passend en geboden. Hoewel op een van de accountants, als bestuurder van het accountantskantoor, een zwaardere verantwoordelijkheid rustte voor de naleving van de hier aan de orde zijnde verplichtingen dan op zijn collega-accountant is alleen daarin onvoldoende reden gelegen om bij de beslissing over de maatregel onderscheid tussen de accountants te maken, aldus de Accountantskamer. Als reden geeft de rechter dat het hebben van persoonlijk contact met de vertegenwoordiger(s) van een entiteit en het duidelijkheid scheppen over de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een opdracht in dit kader essentiële verplichtingen zijn.
Geef een antwoord