Het vertrouwen van Nederlanders in het bedrijfsleven is de laatste vier jaar sterk teruggelopen. Rechters, politie, het leger en de medemens kunnen daarentegen rekenen op een gegroeid vertrouwen, zo blijkt uit cijfers van het CBS.
Van alle 15-plussers zegt 37,4% grote bedrijven te vertrouwen (gemeten in 2016). Dat is fors lager dan in 2012, toen bedrijven nog bij 45,3% van de bevolking vertrouwen genoten. Vrouwen (37,3%) hebben een fractie minder vaak een hoge pet op van de grootzakelijke markt dan mannen (37,5%). Per opleidingsniveau wisselt de waardering: Nederlanders met een opleiding op maximaal mbo 1-niveau hebben meer dan gemiddeld vertrouwen in grote bedrijven (tot tegen de 40%). Bij hogere niveaus daalt het vertrouwen, tot 35,9% bij hbo’ers. Wetenschappelijk geschoolde Nederlanders (universitair en hoger) hebben juist weer meer vertrouwen in het bedrijfsleven: daar is de score 38,2%.
Banken
Ook de banken worden steeds minder als betrouwbaar gezien: 36,3% stapt vol vertrouwen een bank binnen, terwijl dat in 2012 nog 41,6% was. Vrouwen (38,3%) zien banken duidelijk vaker zitten dan mannen (34,3%). Naarmate het opleidingsniveau toeneemt, daalt het vertrouwen. Bij de universitair geschoolden is het vertrouwen nog maar 28,1%.
Ook de Europese Unie en ambtenaren kampen met dalende vertrouwenspercentages.
Over de hele linie genieten kerken (30,4%) het minste vertrouwen. Rechters (71,5%) worden het meest betrouwbaar geacht. Zes op de tien 15-plussers geven aan vertrouwen te hebben in de medemens. Dat aandeel is al enkele jaren stabiel. Hoogopgeleiden hebben meer sociaal vertrouwen dan laagopgeleiden.
Geef een reactie