De voormalige kasbeheerder van woningcorporatie Vestia Marcel de V. moet een schadevergoeding van 11,5 miljoen euro betalen aan Vestia wegens smeergeld. Dat heeft de rechter bepaald in een bodemprocedure, aangespannen door de woningcorporatie.
De voormalige treasurer kocht tussen 2002 en 2011 via een tussenpersoon rentederivatencontracten bij banken, met een totale waarde van 24 miljard euro. De banken betaalden de tussenpersoon fees, een premie voor het aanbrengen van de rentecontracten. De tussenpersoon betaalde een deel van het geld als smeergeld door aan De Vries. In totaal ontving hij ruim 10 miljoen euro aan betalingen. Onrechtmatig, vond de rechter; de transacties dienden slechts de oud-werknemer en niet de corporatie. De renteverzekeringen moesten Vestia beschermen tegen hogere rentelasten en leverden geld op als de rente omhoog ging. Maar door de financiële crisis kelderde de rente en dat kostte de woningcorporatie een vermogen. Vestia stond aan de rand van het faillissement en moest gered worden met €2 miljard van andere woningcorporaties.
Roekeloos
Volgens de rechter heeft de ex-kasbeheerder roekeloos gehandeld. Hij had onvoldoende zicht op de financiële risico’s van de omvangrijke derivatenportefeuille en verzaakte daarmee zijn taak. De afkoop van de derivaten leverde Vestia veel schade op en daarvoor wordt De Vries nu ook door de rechter medeaansprakelijk gehouden na een civiele procedure, aangespannen door Vestia. De man werd in 2012 op staande voet ontslagen. Hij vocht zijn ontslag aan, wilde zijn baan terug en doorbetaling van achterstallig salaris, vakantiegeld en pensioenpremies.
Geef een antwoord