De gecorrigeerde vervangingswaarde van een bedrijfspand, drie maanden voor de peildatum berekend, is een adequate basis voor de WOZ-waarde. Dat is de mening van Hof Den Bosch, naar aanleiding van een zaak waarin de WOZ-waarde van een kantoorgebouw per waardepeildatum 1 januari 2014 ter discussie stond.
De gemeente stelde de WOZ-waarde na een bezwaar van de eigenaar en gebruiker vast op € 950.000. De eigenaar vond dit te hoog en wees de gemeente op een rapport waarin de gecorrigeerde vervangingswaarde van de onroerende zaak per 1 oktober 2013 was berekend op € 1 miljoen. Hierbij was de taxateur uitgegaan van een kantoorobject. In de schatting waren de stichtingskosten gecorrigeerd met een afschrijving vanwege technische en functionele veroudering. Voor de taxatie is de vergelijkingsmethode gehanteerd, waarbij de verkooptransacties zijn herrekend naar een gemiddelde verkoopprijs per vierkante meter voor de kantoorgedeeltes en voor de kelderruimte van de onroerende zaak. Tegen deze waardering had de eigenaar geen klachten geuit.
Kapitalisatiefactor
Het Hof concludeert daarom dat de gecorrigeerde vervangingswaarde per 1 oktober 2013 inderdaad € 1 miljoen bedraagt. De gemeente heeft aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde van drie maanden à € 950.000 niet te hoog is vastgesteld. Het hof neemt daarom de klachten van de eigenaar over de kapitalisatiefactor en het feit dat een van de vergelijkingsobjecten een beleggingsobject was, niet in behandeling.
Geef een reactie