Hoe goed kennen en doorgronden we iemand werkelijk? Moet je psycholoog zijn om in te kunnen schatten wie je voor je hebt? Of kan iedereen met een beetje mensenkennis dit wel? Die vragen stel ik mezelf weleens wanneer ik mij overgeef aan een heerlijk tijdverdrijf; het kijken van (vooral) Scandinavische misdaadseries. De taal, de prachtige landschappen en de noordelijke sfeer. Langzaam ontvouwt zich een motief, de mist rond de vermoedelijke dader trekt op. En zoals altijd blijkt dan toch weer die alleraardigste buurvrouw of juist die behulpzame collega of de ideale schoonzoon de kille moordenaar te zijn. Fascinerend hoe complex persoonlijkheden in elkaar zitten – geënsceneerd of niet.
De accountancy is ook een wereld waar integriteitsvraagstukken, weliswaar van heel andere aard, aan de orde van de dag zijn. Een kritische maatschappij verwacht dat accountants een actieve rol hebben in het opsporen en ontdekken van fraude en onrechtmatig handelen door onze klanten. Continue analyse van potentiële en bestaande klanten is dus noodzakelijk. Maar hoe stel je vast dat een potentiële klant integer is? Ken je je bestaande klanten wel goed genoeg om écht iets over hun integriteit te kunnen zeggen? Lastige vragen.
Je zult allereerst voor jezelf heel scherp moeten hebben wat integriteit precies inhoudt. Persoonlijk spreekt de volgende definitie mij altijd erg aan: ‘Integriteit is het juiste doen terwijl niemand kijkt’. Eerlijk en oprecht zijn, doen wat je zegt en zeggen wat je doet. Het raakt aan iemands diepste wezen. Daardoor vraagt het nogal wat van een accountant om daadwerkelijk te kunnen stellen dat een (potentiële) klant wel of niet integer is. Zijn wij daar wel voldoende voor opgeleid?
En pragmatisch: hoe kunnen we hier in de praktijk handen en voeten aan geven? In mijn perceptie is iemand integer, zolang het tegendeel niet is bewezen. Dat impliceert een strenge selectie aan de poort bij het accepteren van een nieuwe klant en alert blijven bij bestaande klanten. Objectieve signalen, zoals het niet publiceren van jaarcijfers of forse correcties uit belastingcontroles, zou je moeten kunnen waarnemen. Maar wanneer zeg je als accountant nu ‘nee’ tegen een klant? Stel dat je klant ooit strafrechtelijk is vervolgd. Moet die strafrechtelijke vervolging dan zijn gehele leven achter hem aan blijven slepen, of verdient hij gewoon een tweede kans? Maakt het verschil of een klant een cao-verhoging niet wil doorvoeren bij ál haar medewerkers – of alleen niet bij die medewerker die volgende maand toch uit dienst gaat? Het antwoord op deze vragen zal voor elke accountant(sorganisatie) anders zijn.
Ik vind dat we als beroep niet de grenzen moeten opzoeken. We zijn er om het maatschappelijk belang te dienen. De ene keer in het groot, denk aan een groep beleggers. De andere keer in het klein, zoals die ene medewerker die zijn cao-verhoging ten onrechte niet verloond zag worden. Als we dit beseffen, hoeven integriteitsvraagstukken niet zo moeilijk te zijn. Wanneer blijkt dat het handelen door onze klant – of het nalaten daarvan – niet in de haak is, kunnen en mogen we onze ogen daar niet voor sluiten. Als herstel niet mogelijk is, is afscheid nemen de enige juiste optie. Een kwestie van lef tonen en trouw blijven aan jezelf en ons prachtige beroep.
Annemiek Stokvis RA, medewerker kwaliteit en vaktechniek bij de Jong & Laan
Geef een reactie