De toezichthouders op de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) zullen bij wijze van uitzondering tot 1 januari 2019 soepel handhaven bij enkele nieuwe bepalingen in de wet. Dat meldt Bureau Financieel Toezicht (BFT), dat samen met Belastingdienst Bureau Toezicht Wwft en de dekens van de orde van advocaten in de 11 arrondissementen toezichthouder is.
De toezichthouders zeggen op de hoogte te zijn van de mogelijke problemen die instellingen kunnen ondervinden bij de tijdige implementatie in hun bedrijfsvoering van de ingrijpende wijzigingen als gevolg van de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn. Een soepel handhavingsbeleid geeft instellingen de ruimte om hun bedrijfsprocessen aan te passen aan de nieuwe regelgeving, licht BFT toe. Voorwaarde is wel dat instellingen alles in het werk stellen om aan de nieuwe regels te voldoen.
Het aangepaste handhavingsbeleid geldt voor:
- uitbreiding van de PEP definitie naar binnenlandse PEP’s (artikel 1 lid 1 Wwft);
- uitbreiding van de UBO definitie (artikel 1 lid 1 Wwft);
- aanscherping Wwft risicobeleid (artikel 2b Wwft);
- risicomanagement (artikel 2c Wwft), bestaande uit gedragslijnen, procedures en maatregelen om de geïdentificeerde risico’s beheersbaar te maken; en
- voor zover van toepassing de compliance functie en audit functie (artikel 2d Wwft).
De UBO en PEP verplichtingen (en ook de overige Wwft verplichtingen) zoals die al bestonden voorafgaande aan de wijziging van de Wwft als gevolg van de vierde anti-witwasrichtlijn maken geen onderdeel uit van de tijdelijke versoepeling.
Geef een reactie