Een accountant kan niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele beroepsfouten van een collega die als Register Belastingadviseur staat ingeschreven. Dat oordeelt de Accountantskamer in een recente uitspraak.
Een AA is mede-eigenaar van een accountants- en belastingadvieskantoor dat is ingeschakeld door een vrouw die in een echtscheidingsprocedure is verwikkeld. Haar man heeft een eigen administratiekantoor. De vrouw wil een indicatie van de waarde van die onderneming. Die wordt gegeven door een collega van de AA, een belastingadviseur, maar de aanstaande ex-man laat weten dat de berekening niet deugt. Hij vraagt het kantoor afstand te nemen van de waardebepaling, maar dat weiger het bedrijf: zijn vrouw is immers de opdrachtgever.
Moedwillig verkeerd beeld
De man laat vervolgens een ander accountantskantoor de goodwill van zijn onderneming berekenen. Dat leidt tot een geheel ander bedrag én tot een klacht bij de Accountantskamer. Hij rekent de AA aan dat het kantoor moedwillig een verkeerd beeld heeft gegeven van de waarde van zijn bedrijf, waardoor hij onnodig hoge advocaatkosten heeft moeten maken.
Belastingadviseur heeft eigen tuchtrechter
De tuchtrechter verwijst de klacht naar de prullenmand. De klacht gaat over de goodwill-berekening die door een collega is uitgevoerd. Die is daarvoor zelfstandig als Register Belastingadviseur tuchtrechtelijk bij de Raad van Tucht van de Vereniging Register Belastingadviseurs aan te spreken, oordeelt de Accountantskamer. ‘Vaststaat dat betrokkene niet betrokken is geweest bij de advisering van [de vrouw] of de waardering van de onderneming van klager. Het feit dat het kantoor zich enkel een accountantskantoor mag noemen omdat betrokkene (als enige) accountant bij dit kantoor werkzaam is, leidt er niet toe dat betrokkene tuchtrechtelijk (mede) verantwoordelijk is voor het handelen van [zijn collega], zoals klager, naar de Accountantskamer begrijpt, aanvoert. Dat betrokkene achteraf kennis heeft gekregen van het bestaan van de berekening en de inhoudelijke bezwaren van klager daartegen maakt evenmin dat betrokkene als gevolg daarvan toch tuchtrechtelijk verantwoordelijk is te houden.’
Uitspraak: 19/471 AA
Gert van den Brink AA zegt
Ik weet niet of we nu wel of niet blij moeten zijn met deze uitspraak. Wat ik in de uitspraak namelijk mis zijn overwegingen over de regelgeving van de Nadere Voorschriften Kwaliteitssystemen (NVKS) die per 1 januari 2018 zijn ingegaan.
Jasper Hagers zegt
Precies, de kwaliteitsbepaler is wél verantwoordelijk en tuchtrechtelijk aanspreekbaar op een adequaat stelsel van kwaliteitsbeheersing. Dat is – zo meen ik – ook terecht, omdat een accountantsorganisatie anders onder haar vlag producten zou kunnen produceren, deze effectief laten uitvoeren door (bijvoorbeeld) iemand die niet onder toezicht staat en vervolgens niet aanspreekbaar zou kunnen zijn. Ik ben benieuwd!