ABAB Accountants en Adviseurs heeft zich flink vergaloppeerd bij de advisering van een vader en zoon over de overname door de zoon van het pluimveebedrijf van zijn vader. De beide gezinsleden kwamen tegenover elkaar te staan over fiscale claims en de gevolgen daarvan voor de overnameprijs, waarna de zoon lang procedeerde tegen zowel ABAB als (de gezamenlijke erfgenamen van) zijn vader.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden kwam onlangs tot een uitspraak en oordeelde dat ABAB en de vader van de pluimveehouder aansprakelijk zijn voor de schade die de man leed als gevolg van het feit dat een te lage belastingcompensatie in aanmerking was genomen bij de berekening van de overnamesom. Beide aansprakelijke partijen zijn daarom hoofdelijk tot betaling van bijna 100.000 euro veroordeeld.
Uitspraak: ECLI:NL:GHARL:2019:6932
Pluimveebedrijf
ABAB adviseerde over de overname door de zoon van het aandeel van zijn vader in het pluimveebedrijf, dat ze sinds 1997 samen exploiteerden op grond van een overeenkomst van commanditaire vennootschap. In 1999 besloten beiden tot een overname door de zoon per 1 januari 2000. ABAB berekende de overnameprijs.
Fiscale claims doorgeschoven bij overname
Volgens de zoon schoot ABAB tekort in de advisering rond de overname. Het accountants- en advieskantoor had volgens hem onder andere de overnameprijs niet juist berekend, door een te lage compensatie in aanmerking te nemen voor de overname van fiscale claims. Die claims waren bij zijn vader in 1996 ontstaan bij de verkoop van diens eerdere onderneming en werden bij de overname naar zijn zoon doorgeschoven. De zoon stelde ABAB aansprakelijk voor de schade die hij als gevolg daarvan leed. Ook stelde hij een vordering in tegen zijn vader, ‘wegens tekortkoming in de nakoming van de CV-overeenkomst, althans de beëindigingsovereenkomst, althans dwaling c.q. ongerechtvaardigde verrijking.’
Opbouw overnamesom
Het hof stelt de zoon nu grotendeels in het gelijk. ABAB heeft volgens het hof onvoldoende concreet aangevoerd dat zij de zoon heeft uitgelegd hoe de door hem te betalen overnamesom was opgebouwd, welk deel daarvan als compensatie diende voor het doorschuiven van de fiscale claim, of het op de overnamebalans genoemde bedrag van fl. 107.538 toereikend was en of hij tot het overnemen van de fiscale claim gehouden was. Meer in het bijzonder heeft ABAB de zoon niet geduid dat het door haar opgenomen bedrag van ± fl. 107.000 ingegeven was door de begrenzing die zijn vader volgens ABAB had gesteld.
ABAB niet voldaan aan verplichtingen: aansprakelijk
Naar het oordeel van het hof heeft ABAB niet voldaan aan haar verplichtingen uit de overeenkomst met vader en zoon. Dit rechtvaardigt de conclusie dat ABAB niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mocht worden verwacht. ABAB is tekortgeschoten jegens de zoon in de nakoming van de overeenkomst, spreekt het hof uit. Voor zover de zoon als gevolg van deze fout schade heeft geleden, is ABAB daarvoor aansprakelijk.
Ook vader aansprakelijk
In de procedure tegen zijn vader voerde de zoon onder meer aan dat het verzuim van vader om zijn aandeel in overeenstemming met de bepalingen van de CV-overeenkomst aan hem over te dragen, een toerekenbare tekortkoming inhoudt jegens hem. Het hof volgt de zoon in die stelling. Naar het oordeel van het hof hoefde de zoon op grond van de CV-overeenkomst niet te verwachten dat hij bij het einde van de commanditaire vennootschap schulden van zijn vader zou overnemen waarvoor slechts zeer ten dele een compensatie in de overnamesom zou zijn begrepen. Ook de vader is daarom, net als ABAB, aansprakelijk voor de schade die de zoon heeft geleden in verband met het feit dat een te lage belastingcompensatie in aanmerking is genomen bij de berekening van de overnamesom.
Was vader zo slim dat hij de ABAB kon sturen?
Dat kon in die tijd nog…