Als een belastingplichtige verzoekt om teruggaaf van dividendbelasting, kan de Belastingdienst dat verzoek alleen weigeren als kan worden aangetoond dat de belasting niet ten laste van die belastingplichtige is gekomen. Dat oordeelt de Hoge Raad in een recente uitspraak.
Een Japanse publieke instelling waarbij 72 pensioenfondsen zijn aangesloten, doet voor 2010 en 2011 het verzoek om teruggaaf van dividendbelasting die is ingehouden op dividenden, uitgekeerd op aandelen in Nederlandse vennootschappen. De Belastingdienst wijst dat verzoek af.
Vrijheid van kapitaalverkeer
Voor het gerechtshof doet het Japanse fonds een beroep op de vrijheid van kapitaalverkeer van artikel 63 VWEU: op grond daarvan heeft het recht op teruggaaf van dividendbelasting, zo luidt het betoog. Maar het hof is het daar niet mee eens. Een rechtspersoon moet voor teruggaaf uiteindelijk gerechtigde zijn tot de opbrengsten waarop de dividendbelasting is ingehouden. En dat moet het fonds bewijzen, maar dat is niet gelukt, vindt het hof.
Fiscus moet bewijzen
In cassatie komt de Hoge Raad tot een ander oordeel. De verzoeker tot teruggaaf moet ‘gerechtigde zijn tot de opbrengst’ en moet dat aannemelijk maken als de fiscus dat betwijfelt. Maar er is een uitzondering: ‘Indien de verzoeker de gerechtigde tot de opbrengst is, kan de vraag aan de orde komen of hij al of niet de uiteindelijk gerechtigde tot die opbrengst is. Bij wijze van uitzondering geldt namelijk op grond van de vierde volzin van artikel 10, lid 1, van de Wet dat geen teruggaaf wordt verleend voor zover de dividendbelasting is ingehouden op opbrengsten met betrekking waartoe de verzoeker niet de uiteindelijk gerechtigde is.’ En in die situatie heeft – ‘ gelet op het uitzonderingskarakter van deze volzin en de geschiedenis van de totstandkoming daarvan – de Belastingdienst juist de stelplicht en de bewijslast om aan te tonen dat degene die teruggaaf verzoekt, niet de uiteindelijk gerechtigde is.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het hof Arnhem-Leeuwarden. Dat moet onderzoeken of de dividendbelasting waar het om gaat, uiteindelijk ten laste van het Japanse fonds is ingehouden.
Uitspraak: ECLI:NL:HR:2019:1610
Geef een reactie