Het Openbaar Ministerie in Rotterdam gaat in beroep tegen de beslissing van de rechtbank in de zogeheten proeftuin verzekeringsfraude. Bij de nieuwe aanpak spoort de verzekeraar zelf fraude en fraudeur op, zonder tussenkomst van de politie. Volgens de rechter is dat geen opsporingsonderzoek in de zin van de wet.
De rechtbank in Rotterdam oordeelde onlangs in twee zaken waarbij de nieuwe werkwijze was gehanteerd. Het OM wilde een juridisch oordeel krijgen van de rechtbank over de privaat-publieke samenwerking met verzekeraars. ‘En meer specifiek: of de dossiervorming door private partijen voldoende en adequaat is om verdachten strafrechtelijk te kunnen vervolgen. Op basis van deze uitspraken kan de samenwerking tussen de verschillende partijen worden uitgebreid of aangepast.’
Verzekeraar mag geen opsporing doen
Maar de rechtbank oordeelde dat het OM niet-ontvankelijk is: in juridische zin heeft er geen opsporing plaatsgevonden in de proeftuin verzekeringsfraude. In de wet worden verzekeraars en hun medewerkers niet genoemd als functionarissen die met opsporing zijn belast. ‘In de visie van het Openbaar Ministerie kan ook binnen het door de rechtbank toegepaste wettelijke kader geconcludeerd worden dat sprake geweest van opsporingsonderzoek in de zin van de wet. Hierom heeft het Openbaar Ministerie besloten om de zaken aan het gerechtshof voor te leggen.’ Strafrecht-experts uitten eerder al hun twijfels over de onafhankelijkheid van de methode.
Twee zaken
Tijdens de zitting op dinsdag 29 oktober draaide het om twee zaken met in totaal drie verdachten. In één van de zaken werden twee Dordtenaren verdacht van het in scène zetten van een auto-ongeluk om zo verzekeringsgeld te incasseren.
Lees het oordeel van de rechtbank: ECLI:NL:RBROT:2019:8537
Geef een reactie