Woningcorporatie Vestia is deze week met KPMG en Deloitte een schikking overeengekomen in de langslepende zaak rond het goedkeuren van de verwerking van de derivatenportefeuille in de jaarrekeningen van Vestia. De accountantsorganisaties betalen samen € 25 miljoen. Daarmee is een rechtszaak van de baan.
Vestia ging in 2012 bijna kopje onder door grote verliezen op de derivatenportefeuille: die liepen op tot € 2,5 miljard. Derivatenconstructies waren bedoeld om bescherming te bieden tegen rentestijgingen, maar die bescherming werkte averechts toen de rente alleen maar omlaag ging. Vestia heeft al geschikt met Deutsche Bank (voor € 175 miljoen), voormalig topman Erik Staal en zes commissarissen (€ 4,8 miljoen) en ABN Amro (€ 55 miljoen). KPMG en Deloitte voegen zich nu in dat rijtje, overigens zonder erkenning van schuld of aansprakelijkheid.
Eerder werd al bekend dat een schikking eraan zat te komen. Toen werd nog uitgegaan van een bedrag van € 84 miljoen.
Tuchtrechtelijke veroordelingen
De twee betrokken accountants van KPMG en Deloitte kregen eerder al door de Accountantskamer en later door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) respectievelijk een berisping en een waarschuwing opgelegd. Ze hadden fouten gemaakt bij de beoordeling van de derivatenportefeuille van Vestia, oordeelde het CBb.
Voormalig Vestia-topman Staal ontliep ondanks de schikking evenmin een veroordeling, al was die in zijn geval strafrechtelijk van aard. Hij werd in maart tot twee jaar cel veroordeeld wegens valsheid in geschrifte, verduistering, diefstal en witwassen. Hij is onder meer in de fout gegaan met een stichting die woningen wil bieden aan armen in Zuid-Afrika. Staal stak € 1,7 miljoen aan stichtinggelden in eigen zak. Er kwam onder meer een kapitale villa op Bonaire waarop later beslag werd gelegd. Staal had ook oog voor minder kostbare zaken: zo stal hij bij een bouwmarkt klusbenodigdheden toen hij krap bij kas zat.
Geef een reactie